297
Het Spandauer bladkruit, dat uit donkergrijze blaadjes van 1 mM.
in t vierkant bestaat, bevat denkelijk uitsluitend genitreerde cellulose
en komt dan met het Walsroder-kruit overeen. De hiervoren bedoel
de commissie van den majoor Van Gennep en den luitenant Geij van
Pittius zegt in haar verslag, dat het Duitsche geweerkruit bestaat
uit 99 °/o schietkatoen van een stikstofgehalte van 11.8 °/0 en
1 °/0 organische basis (1).
Het Spandauer kruit heeft grootere aanvangssnelheid dan het Rott-
weil-kruit, laat echter een vrij belangrijk residu achter, hetgeen als
een nadeelige eigenschap moet worden aangemerkt.
Lading 2.75 G.; Y0 =640 M.gasdruk 6200 atmosferen.
Oostenrijk. Over den stand van de vervaardiging van rookloos kruit
in Oostenrijk geven de verhandelingen der Hongaarsche delegatie in
October 1892 een voldoend overzicht. Volgens de mededeelingen van
den generaal von Hermann, aldaar gedaan, werden reeds in 1886
proeven met rookloos kruit genomen. Aan den kapitein Schwab
gelukte het toen een preparaat uit genitreerd en gegelatineerd hout,
bevattende slechts 10 stikstof, te vervaardigen. Dit preparaat
was echter wegens zijne groote gevoeligheid voor vocht voor oorlogs-
kruit niet bruikbaaraan de dynamietfabriek te Presburg werden
verdere proefnemingen opgedragen.
De einde 1887 begonnen proefnemingen waren na verloop van
een jaar zoover gevorderd, dat eene groote hoeveelheid kruit, dat
uit 92.5 °/0 genitreerde boomwol (met 10 stikstofgehalte) en ongeveer
7.5 o/0 kalisalpeter bestond, in korrelvorm kon beproefd worden.
Men verkreeg met dit kruit in het 8 mM. geweer eene V0 van
616.5 M. zonder al te hoogen gasdruk. Dit in den zomer van 1889
door eene militaire commissie en de schietschool nader onderzochte
kruit ontwikkelde zoo weinig rook, dat de verschillende doelen bij
alle vuursoorten steeds duidelijk te zien waren.
Om de oplossing van het kruitvraagstuk te bespoedigen werd in 1889
de majoor Schwab naar Duitschland, Frankrijk, België en Zwitserland
gezonden en daarna aan de kruitfabriek te Presburg gedetacheerd,
(1) Onder organische basis wordt verstaan, de in aloohol of aether oplosbare stof, die
toegevoegd wordt om bg een begin van ontleding de ontledingsproduoten op te nemen.
Voor orgauisohe basis gebruikt men in den regel dipheuylamine of naphtylamine.