21 werden in eskaderschepeD, kustverdedigers, batterij-, torenschepen, enz., terwijl ook bij de ongepantserde, die den algemeenen naam van kruisers droegen, tal van onderverdeelingen bestonden tegenwoordig is die grens dikwerf verlegd, en spreekt men van gepantserde en pantserdek- kruisers enz., welke feitelijk onder de eskaderschepen zouden behooren gerekend te worden. Ten einde eenigszins eene vergelijking te kunnen maken, zullen we hieronder eene opgave van de voornaamste schepen beider natiën doen volgen, met bekendstelling van enkele bijzonderheden, welke op hunne waarde van invloed zijn. Mocht het op het oogenblik nog ondoenlijk zijn, om uit de geleverde zeeslagen de waarde der verschillende typen te beoordeelen, het blijft nog eene feitelijke vraag of dit, ook al zijn de details meer bekend, wel ooit het geval zal kunnen zjjn: de waarde toch der doode strijdmiddelen hangt in de eerste plaats af van de mannen, in wier handen zij een wapen vormen. En nu moet men van de bemanning der Chineesche schepen althans van verschillende com mandanten helaas weder hetzelfde getuigen wat ook van de land macht gezegd werd. Als men leest van een commandant Pong, die na voor een krijgsraad terecht gestaan te hebben, onthoofd werd, omdat hij zich eenvoudig uit den strijd (Jaloe-slag, 17 September) teruggetrokken heeft, als men de verregaande onbekwaamheid hoort, waarmede de vuurmonden bediend werden en dikwijls door de bevel hebbers werd gemanoeuvreerd, dan begrijpt men, boe moeilijk het zijn zal om de absolute waarde der typen te beoordeelen. Het kan misschien niet ondienstig zijn, om hier de opinie aan te halen van twee uitstekend tot oordeelen geschikte officierenhet zijn de admiraal George Belknap der Yereenigde Scaten en de Engelsche kapitein ter zee W. M. Lang, welke laatste van 18861890 bevel hebber der Chineesche vloot geweest is. De eerste stelt de Japanners op maritiem gebied zeer hoog, zelfs in zeker opzicht boven Engeland. Hij kent hun persoonlijken moed, strategisch beleid en den officieren een esprit de corps toe, dat hun elke andere natie mag benijden. „Japan's zeeoperatiëa schijnen zonder fout geweest te zijn. Ik zag enkele jaren geleden een Engelschen admiraal met een tiental schepen in de Japansche wateren manoeuvreeren, en een Japauschen bevelhebber

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 32