308
Nadat op den 26en October Kioelientsjing door de Ie armee
genomen was, waarbij een rijke buit den Japanners in handen viel, (1)
was eene nieuwe basis geschapen voor de operatiën, welke na het
overschrijden der Koreaaneche grens in Mantsjoerije te wachten ston
den. Door hare ligging aan de breede Jaloe-monding leverde zij
met het iets Zuidelijk van haar gelegen Antong alwaar in den aan
vang het hoofdkwartier gevestigd werd eene uitstekende stapelplaats
voor de aanvullingen der oorlogsbehoeften, welke van Japan uit per
transportvloten rechtstreeks daarheen gedirigeerd werden.
De voorhoede had onder generaal Tatsoemi den marsch voortgezet
en, zooals we op blz. 132 zagen, Toeng-hoean-tsjing zonder noemens-
waardigen tegenstand bezet.
Van uit deze stad voeren twee wegen: een in Noordwestelijke
richting, die zich weldra splitst in den weg over Liaujang naar
Moekden en dien over Sioemoetsjing naar Haitsjing; een andere welke
over Takoesjang de verbinding met Port-Arthur vormt.
Generaal Soeng, de beproefde krijgsman, was bevelhebber der
Chineesche troepen in Mantsjoerijewelke in drie hoofdmassa's ver
deeld warenhet meest Zuidelijk bevond zich eene macht van onge
veer 30000 man, welke het raijon beschermde, dat zich Noordwaarts
tot Haitsjing uitstrekte.
Verder was aan de troepen uit het centrum de beveiliging der
toegangswegen tot Liaujang en Moekden opgedragen, terwijl einde
lijk het zoogenaamd Amoerleger onder bevel van den generaal Jieh
ten N. O. van Toeng-hoean-tsjing de Japansche verbindingen ernstig
bedreigde. Deze laatste macht was uit 10 20000 Tartaren samen
gesteld. De afstand, waarop de drie legers van elkander ageerden,
was derhalve zeer aanzienlijk en van een vereenigd optreden is geen
sprake geweest.
Het gehalte der troepen was weinig beter dan dat der legers,
welke we hiervoor zagen optredenwij hooren van de ergerlijkste
plunderingen, waaraan zich de Chineesche soldaten, inzonderheid de
nieuw aangeworven recruten, overgaven. De geheele eens zoo volk
rijke streek was tot eene woestenij geworden, bevolkingen waren
(1) o. m. 74 kanonnen, 4 mitrailleuses, 4400 geweren, 3600 projectielen, 4millioen
patronen, 300 tenten en 3000 HL. rijst.