311 De hoofdmacht volgde den weg rechtstreeks op Haitsjing aanloo- pende, terwijl twee bataljons onder Osaka meer Noordelijk marcheerden en een klein detachement ter sterkte van een bataljon en een eskadron onder kolonel Sato Zuidelijk in de richtig Kaiping zich bewoog. (1) Den 18™ November werd Siu-Yen bereikt, welke plaats zonder strijd ontruimd was en den llen December werd Sioemoetsjing na eenigen tegeustand genomenzooals een telegram zegt om strategische redenen werd zij aan de vlammen ten prooi gegeven, waardoor ongeveer 15000 inwoners zonder dak 3tonden. Zeer zeker is Sioemoetsjing door hare ligging aan den weg door het Fensjoeiling-gebergte niet van belang ontbloot en is door het vernietigen der plaats voor een groot deel aan Soeng's benden de mogelijkheid ontnomen, zich op dit gewichtige punt te nestelen. Inmiddels was het commando over de Ie armee den 5en December op den generaal Nodzoe overgegaan, in wiens plaats de generaal Okoe voortaan de 5e divisie zoude bevelen. Maarschalk Jamagala werd teruggeroepen om het ambt van minister van oorlog te aanvaarden. Yolgens sommige berichten had de wisseling van het opperbevel andere redenen zoude het leger te langzaam geageerd hebben en de gezondheid van den maarschalk door de ontberingen van den veldtocht zijn geknakt. Beide redenen strij den m.i. echter tegen het feit, dat Jamagata na zijne terugkomst in Japan onmiddellijk in het kabinet zitting nam. Den 13™ December werd Haitsjing bereikt, dat na een hard nekkig gevecht, waarbij de Japansche infanterie kranig stormde, werd genomen. De vijand trok op Liau-jang terug. Generaal Nodzoe besloot in Haitsjing winterkwartieren te betrekken. Het was toch gebiedend noodzakelijk, dat aan de troepen, welke sedert den overtocht der Jaloe op den 26™ October eenen afstand van ruim 200 KM. in een bergachtig land en in de barre koude hadden afgelegd, eenige (1) Deze marsohlijnen zijn niet op de kaart aangegeven. In de operatielijn Kioe- lientsjing-Haitsjing is slechts de algemeene strekking der voorwaartsche beweging aangeduid. Daarenboven was volgens v. Löbell de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de 6e Infanteriebrigade, welke (zie blz. 131) later aan de Taidong-monding geland was, aldaar weder was ingescheept met bestemming naar Takoesjang, ten einde op deze wijze den moeilijken marsch over Witsjoe te ontgaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 334