314
ten einde zich van Kaiping meester te maken. Den 30en December
werd deze last verstrekt en reeds den len Januari ving Jamaji met 8000
man den marsch aan. In twee colonnes marcheerende, was de geheele
divisie op den 9en Januari weder in bivouak vereeDigd op een afstand van
12 KM. ten Zuiden van Kaiping en werden de noodige voorbereidingen
getroffen voor den aanval, welke den volgenden dag zou plaats hebben.
Wij betreuren het, niet over voldoende bijzonderheden van dit ge
vecht te kunnen beschikken, want als men de telegrammen en rapporten
raadpleegt, komt men tot de conclusie, dat China in dezen strijd tactische
beginselen heeft toegepast, welke men tot dusverre vergeefs bij hen
mocht zoeken.
De Japansche macht naderde in drie colonnes van ongeveer gelijke
sterkte aan infanterie; de artillerie en de genietroepen waren bij de
middencolonne ingedeeld. Te 6 uur v.m. kwamen de vuurmonden in
stelling, benevens een der bataljons van de middencolonne en werd
het vuur geopend. De eigenlijke aanval begon op den Japanschen rech
tervleugel, alwaar de kolonel Oki met een batajon in eerste linie en een
ander in reserve optornde tegen eeue stelling op KM. beoosten
Kaiping. Deze storm, op initiatief van Oki ondernomen, was het
sein tot den algemeenen aanval. De linkervleugel week het eerst en
trok zich in N. richting terug. Het reservebataljon Oki, dat in
middels den terugtochtsweg bezet had, opende een moorddadig snel
vuur, dat honderden in de sneeuw deed bijten.
Niet even gemakkelijk echter werd de Chineesche rechtervleugel
tot wijken genoodzaakt. Daarheen hadden zich de reserves begeven,
welke uit Jingtsekou waren opgerukt en het persoonlijk ingrijpen
van Jamaji was noodzakelijk om daar de overwinning te behalen.
Een hardnekkig gevecht van man tegen man ontspon zich binnen de
muren van Kaiping en het handgemeen was zoo dicht, dat de Japan
sche artillerie weldra niet meer aan den strijd kon deelnemen.
Te 9 u. 40 was de divisie meester van de stad. Soeng dekte zijn
terugtocht door eene reserve, welke zijwaarts was opgesteld.
Op denzelfden dag (10 Augustus) kwam een detachement van het
le leger, dat onder den majoor Aoki van uit Haitsjing was afge
zonden, te Kaiping aan, en zoo was derhalve de vereeniging der