315 beide legers tot een begin van uitvoering gekomen. Generaal Nodzoe en maarschalk Ojama stelden zich daarop telegraphisch met elkander in ge meenschap en hielden krijgsraad over een mogelijk gezamenlijk optreden. Offensief optreden tegen Haitsjing (16—22 Februari). Nu de beide Japansche legers voeling met elkander verkregen hadden en hunne geheele vereeoiging slechts nog eene quaestie van dagen kon zijn, daar de afstand waarop de hoofdmassa's van elkaar verwijderd waren slechts 50 KM. bedroeg, besloot Soeng om te trach ten Nodzoe te slaan en Haitsjing te hernemen, alvorens de IIe armee tot zoover was voortgerukt. Dezelfde bekende halfheid in uitvoering onderscheidde deze onder neming weder en van het flinke optreden, dat de Chineesche troepen bij Koengwasai en Kaiping kenmerkte geen spoor! Generaal Nodzoe had flink aan de bevestiging van Haitsjing doen arbeiden en de plaats door eenen kring van voorpostendetachementen omgeven, terwijl de verdediging der verschillende sectoren aan de brigadecommandanten was toevertrouwd: ten O. en N. O. werd het bevel gevoerd door Osjima, ten Z. en Z. W. door generaal Osaka, terwijl de commandant der 3® divisie, de generaal Katsoera, over het centrum (W. en N. der stad) het bevel voerde. Tot vier malen toe deed Soeng den aanval op Haitsjing ondernemen, doch de Chineezen stuitten op zulken hardnekkigen tegenstand, dat het offensief telkens spoedig gebroken werd. Tot den 4en aanval, welke den 16en Februari plaats had, werden alle beschikbare krach ten gebezigd, doch verder dan een begin van uitvoering kwam het niethet moreel was geknakt. In drie colonnes, elk 3 tot 6000 man sterk, werd de stad omgeven de artillerie werd ook in drie groepen verdeeld en vuurde tegen even zoo veel verschillende doelen. Voor zoover er van een gevecht sprake was, werd dit gevoerd in de lijn der voorposten, welke op domineerende hoogten op afstanden van 1500 tot 4000 M. van de wallen der stad waren uitgezet. Doch schier alleen het artillerievuur der verdedigers bracht het offensief tot staan en met een verlies van minstens 200 dooden en nog meer gewonden, mislukte ook deze vierde poging, terwijl aan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 338