- 317
geweest was de weg naar Peking zoude voor de zegevierende legers
nog niet hebben open gestaan.
Sedert het einde van Februari was generaal Jamaji Noordwaarts
gerukt en thans hadden de Ie en II6 armee stellingen ingenomen
tusschen Haitsjing en Kaiping, als 't ware eene rendez-vous-stelling,
van waaruit de laatste beslissende offensiefstoot tegen de moreel en
physiek geknakte overblijfselen van Soeng's strijdkrachten werd
ondernomen.
De inmiddels tot maarschalk bevorderde generaal Nodzoe beschikte
over de beide divisiën (3e divisie Katsoera en le divisie Jamaji) bene
vens eene brigade der 5e divisie, (1) welke zich eveneens bij de
troepen te Haitsjing gevoegd had.
Slag bij Nioetsjoean (4 Maart).
Nodzoe vormde het volgende operatieplan
De le divisie zou tegen Jingtsekou oprukken; een detachement
onder Katsoera moest als dekking op den weg naar Liau-jang wor
den geplaatst; terwijl eindelijk Nodzoe met alle overige beschikbare
troepen zich tegen Nioetsjoean wenden zou.
Generaal Katsoera kweet zich uitstekend van zijne taak. Hjj rukte
voorwaarts op den weg naar Liau-jang en bezette daar enkele dorpen,
doch toen van den vijand niets gemerkt werd, liet hij zijne voorhoede
in eene sterke stelling achter en richtte zich in snelle marschen
tegen Nioetsjoean, waar hij nog te juister tijd aankwam om aau het
gevecht te kunnen deelnemen.
Aanvankelijk leverde dit weinig bijzonderheden op; de degelijke
voorbereiding van het welgerichte artillerievuur maakte weldra den
toestand op de wallen der stad onhoudbaar. Daarbij kwam, dat de
zwakste punten het minst of in het geheel niet bezet waren, terwijl
de Chineezen zich telkens verzamelden op plaatsen, die niet werden
aangevallen.
(1) Het werd ons uit de beriohten niet duidelijk, of dit de 10e brigade Tatsoemi
was, welke in het Noordelijke bergland geageerd heeft, of wel de 9e, die aanvankelijk
tot bezetting der etapeplaatsen werd gebezigd. Waarschijnlijk de eerste.