320
gegeven van wat het zegt om in een land als dat eenen winter-
veldtocht te voereo, omringd en van alle zijden bedreigd door eene
veelvoudige overmacht? Het waken voor den gezondheidstoestand,
het aanvoeren van levensmiddelen en aanvullingen, dit alles stelde
eischen, die niet te licht moeten worden geschat. En heeft dan
misschien het bestuur te Hirosjima de voortvarendheid der aanvoerders
een weinig aan banden gelegd, de resultaten hebben bewezen, dat de
leiding der operatiën mocht zij al beter hebben kunnen zijn in
allen gevalle toch uitstekend is geweest.
De val van Wei-hai-wei (waarover straks) had de 2e en 3e divisie
beschikbaar gesteld: zij waren reeds op het Liautong-schiereiland
aan wal gezet en wachtten aan de Taliënhoan-baai op de transport
schepen, die haar naar Sjanhaikwan op veertien marschdagen van
Peking zouden vervoeren.
De Garde en de 4e divisie waren nog geheel versch. En zoo kon
met de reeds opereerende legers over 80000 combattanten beschikt
worden. De zee was vrij, want de laatst overgebleven kasteelen uit
den Jaloe-slag waren met den val van Wei-hai-wei verloren.
Zoo kon niets de Japansche legers het onverbiddelijke „halt" op
den weg der lauweren toeroepen, niets behalve de politiek.
Eu dit geschiedde inderdaad...
De toestand in Korea.
Alvorens tot de operatiën op het Sjantoeng-schiereiland over te gaan
en het gebied te verlaten van de gebeurtenissen, welke we in de vorige
bladzijden in ruwe trekken schetsten, wenschen we nog even stil te
staan bij den toestand van het rijk, dat de aanleiding tot het uit
breken des oorlogs geweest is.
De taak, welke Japan zich in Korea gesteld had, was ontzettend
zwaar. Overtuigend is gebleken, dat hervormingen, die bij vele vol
keren eerst in tal van eeuwen zijn tot stand gekomen, niet eensklaps
kunnen worden ingevoerd. De tegenstand was heftig en het Koreaansche
volk boogt niet op die vlugheid van begrip welke den Japanners
kenmerkt, welke in zoo luttel tijd zich de Westersche beschaving
wisten eigen te maken.
Het geheele land, het vorstenhuis, de ambtenaren, de adel en het