333 Vooreerst dient het om een vijand zoowel physiek als moreel te schokken en ten tweede om het moreel der eigen troepen te verhoogen, of liever om hen door sterke indrukken het gevaar te doen vergeten Voor beide deze doeleinden ware het beter salvo's af te geven en zou het in ieder geval aanbeveling verdienen de vuursoort aan den aan voerder over te laten. Het Voorschrift voor het Gevecht echter wil gedurende 1 a 2 minuten tirailleurvuur, alias snel-, alias blindvuur. De trefkans bij dit vuur is uiterst gering en ook de teweeggebrachte moreele indruk is niet zoo groot als die van salvo's. Op den eigen troep zal deze vuursoort eerder ontzenuwend werken dan dat zij den reeds ontwikkelden drang tot beweging naar voren zal verhoogen. Is dit vuur nu afgegeven gedurende den in 243 RS. aange geven tijd, dan beveelt de CC4, het beginnen van den storm aanval (versnelde pas), waarop de GCn. commandeeren„Ophouden met vuren „hetwelk", zegt de RS. „zoo noodig krachtig wordt herhaald." Het is inderdaad waarschijnlijk dat dit bepaald krachtig zal moeten worden herhaald Alle officieren, SCn. en GCn., die tot de voorste linie behooren, begeven zich vóór hunne afdeelingen, zegt het Voorschrift. Het is voor deze personen te wenschen, dat zij daarmede mogen wachten tot het vuur gestaakt is. Hu is het niet aan te nemen, dat in de geheele linie dit rampzalige vuur overal te gelijk beheerscht en dus gestaakt zal worden, zoodat hier eerder, elders weder iets later, de versnelde pas zal worden aange nomen en derhalve van den beginne af wanorde ontstaat. Iets na het aannemen van den versnelden pas klinkt het commando „Attaqueeren". Na dit commando, zegt het Voorschrift, is de richting op de voorste afdeelingen, de directie recht op den vijand. "Welke die voorste afdeelingen zijn, is niet duidelijk; alles loopt in een ordelooze hoop. Hoe nauwkeurig het Voorschrift ook den geheelen gang van zaken tot in détails aangeeft, toch vraag ik den lezer, die wellicht reeds meer-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 356