334 malen een troep tot den aanval aanvoerdehebt ge ooit dieo storm zóó uitgevoerd? Ik durf voor u antwoorden: „neen". Dat snelvuur is niet binnen een paar seconden te beheerschen, wat toch noodig is om met de geheele linie tegelijk zich op den vijand te werpen; ook van dien versnelden pas komt eenvoudig niets, daar zoo iets geheel in strijd is met den gemoedstoestand van allen op dat oogenblik. Reeds van af het oogenblik, waarop het „tirailleurvuur" aanving, is de troep uit de hand. Is men niet te veel in de leer gegaan bij Europeesche voorschriften, wellicht bij het Nederlandsche? Onwaarschijnlijk is dit niet, want ook ons voorschrift op den velddienst heeft mei het Nederlaudsche sterk sprekende familietrekken. Maar ginds hield men rekening met de toestanden daar, die toch aanmerkelijk verschillen met de onze hier. De uitwerking van het vijandelijk vuur en niet het minst de weinige geoefendheid van jonge, ternauwernood gedisciplineerde soldaten, zoo even nog spade, hamer of koevoet hanteerende, thans, binnen enkele weken, geworpen voor een dood en verderf uitbrakenden drakenmuil, noodzaken tot het aanbrengen van een krachtigen stimulans om de voor ste, opgeloste linie vooruit te krijgen. Een helsch vuur moet de vrees voor het gevaar verdooven, commando's, schril gefluit, hoorns, trommen, muziek, de dreunende tred van opruk kende troepen in den rug, losse kanonschoten, ziedaar de middelen, die men aanwendt om den troep vooruit te brengen tot den laatsten stoot. Yeel hiervan is voor ons in den regel overbodig, omdat tegenover onzeD vijand de toestanden anders zijn. Vooreerst hebben wij de moreele overmacht van het ras aan onze zij.de, eveneens de physieke door onze bewapening en tuchtde traditie zegt onzen vijand, en moet hem blijven zeggen, dat de stormaanvalleu der „companie" onweerstaanbaar zijn 's vijands weermiddelen zijn minder krachtig dan van den Europeeschen verdediger en last not least hebben wij beroepssoldaten met langen diensttijd, die dus grondiger geoefend en gedisciplineerd kunnen zijn dan miliciens met zeer korten diensttijd, hoe dapper dezen ook mogen en zeker ook zullen zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 357