836
Ia den verderen loop van het beschreven gevecht, zien wij het
6e bataljoD steeds in de aangenomen formatie vooruitrukken en salvo's
afgeven.
Op blz. 320 lezen wij van de le compagnie 14e bataljon en de
2e compagnie 3e bataljon, nadat zij de aangewezen stelling hadden
ingenomen: „In deze positie werd nu met sectiën salvovuur afge
geven, tweemaal beproefde de vijand een klewangaanval, maar
„ook tweemaal werd hij door het moorddadig vuur gedwongen die
„poging op te geven,"
Ook de landingsdivisie deed als de infanterie.
Op blz. 321 zien wij dien troep eerst op 130 M. van de vijandelijke
positie in gesloten groepen oplossen. Al avanceerende werd groepen-
vuur afgegeven tot men den vijand tot 60 M. was genaderd,
waarop A.ttaqueeren" werd gecommandeerd.
Dicht bij de versterking gekomen, zagen zij plotseling den vijand
over de borstwering springen en met de klewang in de vuist op hen
instormen.
Dit laatste zij hier aangehaald als bewijs, dat met den vijand van
dien dag rekening moest worden gehouden. Toch naderen onze troepen
hem in kleine gesloten afdeelingen en geven salvo's af tot vlak voor
de vijandelijke stelling!
Dit pleit voor de deugdzaamheid dier troepen, maar bewijst tevens
dat de hier gekozen aanvalsvorm zeer goed mogelijk is, terwijl uit
het daarmede behaalde succes veilig op de toepassing er vanals
regelmag worden aangedrongen.
Op blz. 323 leest men, dat na ontvangst van order N°. 12 het
14e bataljon zich in beweging stelt: „Met twee compagnieën in
voorste linie, de tirailleurlinie bestaande uit gesloten groepen".
Doch genoeg.
Waar blijft nu, o rampzalige paragraaf 33, uw snelvuur?
Waar bljjft die versnelde pas en vooral waar blijven de op het
oefeuingsterrein altijd en altijd verspreide groepen?
Tot besluit nog iets.
Op blz. 311 van het verslag der Edi-expeditie leest men, dat in den
avond van den 10en Juni de dispositie (voor den volgenden dag)
zooveel noodig nog nader werd besproken in eene bijeenkomst, waarbij