343
Hoe eenvoudig dit ook moge schijnen, het blijkt uit de tweede, in
hoofde van dit opstel medegedeelde, rechterlijke uitspraak, dat omtrent
het juist onderscheid tusschen eene bloote mondelinge weigering en
de opzettelijke verzaking verschil van meening bestaat.
Bij de bedoelde uitspraak is als bewezen aangenomen, dat de be
klaagde, aan wien door zijnen meerdere in rang gelast was om etens-
blikken op te nemen, heeft geantwoord„dat verdom ik"dat hij
verder op den door dezen nog tot drie malen toe herhaalden last
telkens weder heeft geantwoord: „dat verdom ik" en wijders aan
den hem gegeven last ook niet heeft voldaan.
Ter zake door den krijgsraad veroordeeld wegens: „Dienstweige
ring" werd de beklaagde echter door het H. M. G. naar den disciplinai-
ren rechter verwezen op grond van de overweging, dat in casu van
dienstweigering, als bedoeld in artikel 95 C. W., geen sprake kon
zijn, daar uit de door den klachtopmaker afgelegde verklaring bleek,
dat de beklaagde, hoewel na herhaalde weigeringzich eindelijk heeft
bereid verklaard aan den hem gegeven last te voldoen en zeker daar
aan zou hebben voldaan, zoo klachtopmaker hem niet had gezegd, dat
het toen te laat was.
Wanneer de beklaagde zich na herhaalde weigeringen eindeljjk be
reid verklaard heefc om het eten te brengen, wordt niet gezegd.
Evenmin is medegedeeld of de korporaal, na de herhaalde weige
ring van den beklaagde, niet door een ander het corvee heeft laten
verrichten, en mitsdien allen grond had, toen de beklaagde te kennen
gaf bereid te zijn om te gehoorzamen, hem te zeggen dat het te
laat was.
Doch hoe dit ook zij, de vraag is hier geoorloofdhoeveel malen zal
de last herhaald moet worden en hoelang zal men op de bereidwil
ligheid van een ondergeschikte moeten wachten, om de tegenwerping
te ontgaan, dat hij, met nog wat meer geduld, wellicht toch zou zijn
geëindigd met te gehoorzamen
En wat nu, indien de weigeraar, na herhaalde vergeefsche aan
maningen van zijn meerdere, door dezen in arrest wordt gesteld?
Zou hij dan niet tot zijne verdediging kunnen aanvoeren, dat,
indien men hem op vrije voeten had gelaten, hij het hem opgedragene
zou hebben verricht? dat hij derhalve buiten de mogelijkheid gesteld