367 beveiliging van de colonne naar voren uitzendt, draagt de middelste den naam van spits. Zij verkent zooals men gewoonlijk hoort zeggen den te volgen weg. Bij de infanterie, waar vooral tegen over den Inlandschen vijand aan geen versnippering van krachten te denken valt en waar zelfs de spits gevormd wordt door een officier en tien man, met in den regel een a twee man op enkele paesen vooruit, is zij bepaald aan den weg gebonden. Trouwens ware dit niet het geval, dan het is gemakkelijk te begrijpen zou er in plaats van gemarcheerd, gekropen" worden. Bij de cavalerie, waar in snelheid van beweging en gemakkelijke verplaatsing juist de kracht schuilt en waar, door opgelost marcheeren, het uitzicht vergroot wordt en groote verliezen vermeden worden, marcheeren de kleine aideelingen tot beveiliging uitgezonden, dan ook verspreid. De ruiters van de spits, wier commandant nauwkeurig ingelicht moet zijn omtrent den te volgen weg, met het doel van de beweging en omtrent den toestand bij den vijand, blijven alleen dan op den weg dus bijeen wanneer het terrein zijwaarts van den weg geen uitzwermen toelaat. In dit geval (zie figuur II) bestemt de commandant een ruiter voor de verbinding met het gros der voorhoede-cavalerie, gedachtig aan de vaste stelling, dat, in verband marcheerende, kleinere afdeehngen zich naar de grootere moeten regelen. Euiter a is alzoo de verbindingsruiter, vóór wien op den weg ruiter b mar cheert, die van tijd tot tijd eens naar achteren omziet, om zich te overmigen, dat hij niet te hard marcheert en normaal 75 M voor ruiter arijdt. Euiter b rijdt niet midden op den weg, maar steeds langs één kant en doorzoekt met het oog het terrein aan die zijde gelegen. 10 M. voor ruiter b marcheert de commandant van de spits, wachtmeester c, die den anderen kant van den weg houdt en dan ook het aan die zijde gelegen terrein met het oog doorzoekt. 10 k 15 M. voor wachtmeester c rijdt ruiter d, die, als voorste man van de spits, speciaal belast is met de verkenning van den weg naar voren en dus de oogen recht voor zich uit in den weg laat doordringen. De verschillende teekens worden van achteren naar voren en van voren naar achteren door den verbindingsruiter overgebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 390