370 dan zijn vooral in onze Indische terreinen de flanken der infanteriecolonne, m. a. w. der hoofdcolonne, ruim voldoende tegen onverwacht vuur en tegen klewangaanvallen gedekt. Zoodra het terrein aan weerszijden van de marschrichting dan ook maar eenigszins het optreden van de doorzoekingspatrouilles toelaat, moeten deze zich zijwaarts en ter hoogte van de spits uitbreiden. Regel moet het zijn, dat de commandanten dezer patrouilles hiertoe op eigen initiatief overgaan. In ieder geval toch zijn zij ondergeschikt aan den commandant van de spits, zoodat deze moet laten uitzwermen, wanneer hiertoe niet tijdig is overgegaan. Daar waar niet uitgezwermd kan worden, marcheeren deze patrouilles in colonne met ééuen, de commandant, een korporaal, aan het hoofd, op 20 passen achter den laatsten man van de spits. De rechterdoor- zoekingspatrouille marcheert rechts, de linkerdoorzoekingspatrouille links op den weg; de commandanten geven nauwkeurig acht op den aard van het terrein, terwijl de rechts rijdende ruiters naar rechts, de links rijdende naar links uitzien (zie figuur IY A en A' op den weg). Het is duidelijk dat de commandanten dezer patrouilles aan het hoofd rijden, zij toch bepalen, wanneer de weg verlaten kan worden, waar dit het gemakkelijkst kan geschieden en leiden hun patrouille in het zijterrein. Bovendien zijn de teekens door hen aan het hoofd gegeven, door alle achter hen rijdenden het best waar te nemen en wordt onnoodig gepraat of geschreeuw voorkomen. Laat het terrein slechts het uitzwermen van één doorzoekings- patrouille toe, dan blijft de andere op den weg. Beschouwen wij figuur IV, dan zien wij eerst de doorzoekings patrouilles A en A' aan den weg gebonden, doordat de sawah het uitzwermen belet. Gekomen tusscheu de alang-alang is de spits uit gezwermd, de commandant der spits rijdt op den weg en heeft 100 M. rechts en links van den weg in de alang-alang zijn ruiters, n. 1. den tweeden man van de spits en den verbindingsruiter, die van wege het gemakkelijk uitzicht onnoodig zijn en nu de spits C steunen. De voorste ruiter van de spits is in draf op weg naar de brug B. De rechterdoorzoekingspatrouille is naar rechts, de linker naar links uitgezwermd, de ruiters op 100 M. tusschenruimte.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 393