374 laten van eene terreinafscheiding spoedig bemerken of de «egenover- liggende randen der kampongs, dan wel die eeoer terreinafscheiding al dan niet bezet zijn. Is de mannelijke bevolking in de kampong achtergebleven met het doel den opmarsch onzer troepen te bemoeie- lijken, dan zal zij door het afgeven van vuur reeds op betrekkelijk verren afstand, in ieder geval bij het oprukken of beter gezegd bij het opdringen der éclaireurs, hare tegenwoordigheid verraden. Wordt dan ook op afstanden van 300, 200 en 150 M. geen vuur ontvangen, dan rijden de éclaireurs recht op den rand aan en ver kennen hem van nabij. Hebben de éclaireurs, zonder onder vuur genomen te zijn, den rand bereikt en zijn de toegangen afgesloten en de randen versterkt, dan moet zorgvuldig uitgekeken worden. Niet uit vrees van op tegenstand te stuiten, maar om een mogelijke hinderlaag, die dan toch wel in, dan wel in de onmiddellijke nabijheid van den rand zal liggen, te ontdekken. Om het bloot geven aan een mogelijk opgestelde hinderlaag in de hand te werken, verdient het aanbeveling om te doen voorkomen alsof men hier of daar in den rand wil trachten eene opening te maken, ook al lijkt dit totaal eene onmogelijkheid. Bevindt er zich dan werkelijk een hinderlaag, of heeft de mannelijke bevolking zich schuil willen houden, dan zullen in den regel dergelijke pogingen der éclai reurs niet worden toegelaten, om de eenvoudige reden, dat zij, die de hinderlaag uitmaken, denken ontdekt te zijn, dan wel vreezen ont dekt te zullen worden en te voorschijn zullen komen. Volgen wij verder fig. V. Daar kampong E slechts geringen omvang heeft, zoodat het bui tenwaarts afdwalen van de éclaireurs niet aan te nemen is, besluit de commandant der doorzoekingspatrouille twee zijner éclaireurs den binnenrand te laten verkennen, terwijl hij zelf met den buitenwaarts rijdenden ruiter den buitenrand neemt, waartoe een voetpad tusschen de sawah en kampong E gelegenheid geeft. Nadat gene zijde van de kampong E bereikt is, wordt even het voorterrein met het oog verkend en zoekt de patrouille verband met de spits en met de linkerdoor- zoekingspatrouille, die het opgaand hout doorzocht heeft. Intusschen heeft de commandant der voorhoede-cavalerie de lange heuvelrij bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 397