377 marcheeren, dat de stem, dan wel het signaalfluitje duidelijk hoorbaar is en de te geven teekeos duidelijk zichtbaar zijn. Dat de verbindingsruiier aan het gros het volgen van den door de spits ingeslagen weg verzekert, zal wel geen toelichting vereischen. De gedragregels van het gros. De ruiters, die er van het peloton cavalerie overblijven, wanneer de patrouilles, voor de veiligheid benoodigd, zijn ingedeeld, vormen het gros van de voorhoede-cavalerie. Het gros wordt door den oudsten wachtmeester gecommandeerd, die als zoodanig volkomen met het doel van de beweging en met de inzichten van den commandant van de voorhoede-cavalerie bekend moet zijn. In den regel is dit gros niet al te sterkwij zien toch dat er van een peloton van 32 ruiters, na aftrek van die voor de beveiliging benoodigd, 13 ruiters overblijven (zie figuur I). En daar de zelfstandige verkenningspatrouilles, bestemd om tijdelijk buiten de sfeer van 500 M, op te treden, ook nog 2 a 4 ruiters kunnen eischen, kan het gros zelfs slechts een sterkte hebben van 8 ruiters en een commandant. Maar het gros behoeft ook niet sterk te zijn. Geweld toch mag nimmer gedurende de verkenning aangewend worden, van ondersteuning door het gros, om met de sabel in de hand de verkenning kracht bij te zetten, mag geen sprake zijn, omdat het oog het eenige en juiste wapen voor dezen dienst is en men moet wel bedenken, dat het gros slechts een steunpunt moet zijn voor de verschillende verkennende afdeelingen, waarop kan wor den teruggetrokken, dan wel dat van het gros tijdelijk enkele ruiters de éclaireerende linie kunnen versterken, hetzij tot hulp voor de buiten gevecht gestelden, hetzij om in zwaar geaccidenteerd terrein het verband in de linie des te beter te waarborgen. De commandant van het gros marcheert aan het hoofd zijner afdeeiing, om den verbindingsruiter met de spits niet uit het oog te verliezen. Ook de ruiters, die aan het hoofd marcheeren, moeten nauwkeurig den verbindingsruiter met de oogen volgen. Dl. II, 1895. 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 400