378 Zoo gedekt mogelijk, liefst rechts en links op den weg marchee- rende, wordt als het ware sprongsgewijze de spits gevolgd, waarbij de rechts rijdenden naar rechts, de links rijdenden naar links uit kijken, terwijl de ruiters van de laatste afdeeling nu en dan het hoofd naar achteren moeten wenden, om het verband, middels den verbindingsruiter, met de infanteriespits te onderhouden. Daar, waar het terrein zulks toelaat, wordt op één gelid gemarcheerd, de commandant van het gros er voor. De gedragregels van de flankpatrouilles Heeft de colonne een groote diepte, dan verdient het aanbeveling om de flanken der hoofdcolonne door enkele ruiters te nekken, ten einde het doordringen van een mogelijk buiten de sfeer van 500 M. opgestelden vijand naar de flanken in tij ds te signaleeren. Zooals wij echter reeds opgemerkt hebben, waken de zelfstandige verkenningspatrouilles tegen dergelijke verrassingentoch is in zeer bedekt terrein de mogelijkheid uiet uitgesloten, dat een vijand achter langs de éclaireerende linie meer naar de flanken der hoofdcolonne wil opdringen, om deze op korteren afstand met den klewang in hare zwakke gedeelten aan te tasten, dan wel haar meer van nabij onver wacht onder vuur te nemen. Om dit te voorkomen moeten de ruiters der flankpatrouilles vooral die punten in het zijterrein vasthouden, welke een ruim uitzicht naar buiten opleveren en van waaruit de dichte randen van terreinvoor- werpen en van terreinhindernissen met het oog kunnen worden vast gehouden. Heeft de hoofdcolonne voldoende terrein naar voren gew onnen, dan worden deze punten verlaten, om in verdubbelden gang op afstanden elkander volgende weder de flanken, ter hoogte van het midden der colonne, te gaan beveiligen. (1) De flankpatrouille blijft binnen de sfeer van 500 M.daar zij die randen moet observeeren van waaruit de door de hoofdcolonne gevolgde weg gedomineerd wordt, rijdt zij dus altijd in het gezicht der colonne. (1) By den opmarsch naar Kota-Toewankoe werd de linkerflank der lange hoofd colonne door een flankpatronille gedekt, zij reed op Hh S00 M. zijwaarts langs den rand van hoog opgaand kreupelhout.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 401