381
Vooral is de opstelling van deze posten van het grootste gewicht,
zoowel met het oog op hunne eigen veiligheid, als op die van de
colonne. Hoogtepunten komen natuurlijk het eerst in aanmerking,
de vedet op de hoogte, de andere ruiters van den post afgezeten aan
den voet; hoe ruimer het uitzicht naar alle richtingen, hoe meer de
veiligheid verzekerd is.
De commandant van de voorhoede-cavalerie overtuigt zich persoonlijk
van de goede opstelling der posten, laat die ruiters en paarden aflossen,
die een zware taak achter den rug hebben en wijst de posten vooral
op die punten in het voorterrein gelegen, welke vooral hun aandacht
eischen. Hoefbeslag, zadel en singel worden nauwkeurig nagezien
en zoo de toestand zulks gedoogt, wordt bij gedeelten gevoederd en
gedrenkt.
Is de rust geëindigd, dan wordt de éclaireerende linie weder gefor
meerd, om op het teeken „voorwaarts" de aangegeven marschrichting
te volgen.
Salatiga, Augustus 1895.
Jhr. L. D. C. de Lannoij.
Ritmeester.