384 De wijze van bevestiging was door den bekenden von Hanneken ontworpen, en wanneer over een voldoend sterk en geoefend leger beschikt was ter bezetting van de heuvelen, welke Wei-hai-wei om ringen, zou de vesting in waarheid eene geduchte sterkte bezeten hebben. Nu lag de Z. W. toegang van de landzijde schier open en konden de forten op het vasteland gemakkelijk genomen wordenzij werden dan in de handen des overwinnaars een kostbaar wapen in den strijd tegen de eilandveste. In den aanvang des oorlogs advi seerde Ting dan ook ten sterkste voor de slechting der landverster- kingen, doch hij stiet op den onwil van den bevelhebber der land macht en de forten bleven bestaan om hun rol in de verdediging te spelen. (1) (1) Volgens de offioieele Chineesohe rapporten van 1893 bestond de bewapening dor verschillende fortenwaarin echter sedert enkele wijzigingen gebraoht werden uit: No. 1 4 kanonoen van 12 oM. (35 kal.) en 2 snelvuurkanonnen van 12 oM. 2 4 15 en 2 9 12 9 3 O -1 V 28 en 3 kanonnen 9 24 9 4 i 24 5 2 9 21 (35 kal.) en 2 9 V 15 9 6 batterijen. 7 4 kanonnen 9 15 en 4 snelvuurkanonnen van 12 9 8 2 9 21 en 2 kanonnen 15 9 9 2 9 21 V 10 6 24 9 11 12 diverse vuurmonden, 13 op 12 o.a. 6 kanonnen van 24 oM. 14 De bewapening der later opgeworpen batterijen is hieronder niet begrepen. Enkele forten onder dén nummer genoemd en ook op de schets als zoodanig aangegeven, zooals bv. de Peisjentsoei (No. 10) in de Loengwangmian (Tseszetai No. 8) bestaan in waarheid uit meerdere, van elkaar afgesoheiden, versterkingen. Wat de bezetting der sterkten aangaat, deze was volgens de zoo nauwkeurig mo gelijk door den generalen staf ingewonnen berichten de volgende: Wei-hai-wei en omgeving 4- 6000 man; Tsjifoe 2000 man: terwijl de bezetting van Tengtsjoe en enkele andere versterkte plaatsen binnen eenen afstand van veertien dagmarsohen tot Wei-hai-wei niet meer dan 7000 kon bedragen. Konden al deze troepen in laatstgenoemde plaats geconcentreerd worden, dan nog zou China over slechts 15000 man beschikken. An derhalve divisie werd dos voor de operatie voldoende geacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 411