387 en strandbatterijea opgeworpen, met een viertal vuurmonden bewapend. Enkele dorpen op den weg van Sjantoeng naar Wei-hai-wei waren bezet, zoo o.a. Joengtsjing, waar ongeveer 2000 man in garnizoen lagen. Van een energiek beletten der landing, die in een dichten sneeuwstorm aanving, was echter geen sprake. Den 20en stond een gedeelte der 2e divisie aan land en werd door de voorhoede (het 4e regiment) onmiddellijk voortgerukt tot Joengtsjing, dat slechts een 10 tal KM. van het landingspunt verwij derd is. De bezetting had de plaats reeds ontruimdalleen een 50 tal ruiters boden eenigen tegenstand, doch trokken spoedig af met achterlating van één doode (1). Eene voorhoede-compagnie, op den weg naar Wei-hai-wei vooruitgeschoven, werd in gevecht gewikkeld met eene bende van circa 600 man, die met verlies van enkele man schappen uiteengeslagen werd. Tot nu toe was aan Japansche zijde nog geen enkel verlies te betreuren geweest. Joengtsjing werd de voorloopige operatiebasisde rest der divisie, waaronder de staf, welke den nacht van 20 op 21 in een dorpje op enkele kilometers van de landingsplaats had doorgebracht, kwam in den morgen van den volgenden dag aldaar aan. Van 20 tot 25 Januari had de ontscheping der troepen zonder incidenten plaats en op laatstgenoemden datum was het geheele korps nabij Joengtsjing geconcentreerd. Maarschalk Ojama, welke dienzelfden dag ter plaatse aankwam, vaardigde onmiddellijk de volgende bevelen uit: „De vijand, welke ter sterkte van ongeveer 1500 man de landings plaats en de omstreken van Joengtsjing bezet hield, is in Westelijke richting teruggetrokken. Volgens ingekomen berichten bevindt zich eene aanzienlijke macht te Koesjanhoe en te Kioetou. „Het korps zal op morgen (26) den marsch op Wei-hai-Wei in twee colonnes aanvaarden voorzien. De wegen tusschen Sjantoeng en Wei-hai-wei waren enkele jaren geleden door een Japansoh officier verkend en in kaart gebracht. "Wel een bewijs, hoe ten volle de generale staf overtuigd was van de juiste stelling, dat de topographie de basis behoort te zjjn van alle militaire ondernemingen. (1) Twee vaandels, 40 geweren en 72500 patronen werden in Joengtsjing buit gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 414