398
3e flotieljeN». 6 en N°. 22.
N°. 10 en N°. 5.
2e flotieljeN°. 8 en N°. 21.
N°. 9 en N°. 14.
N°. 19 en N°. 18.
Het was een stikdonkere nacht, doch de verlichte patrijspoorten
van een op wacht liggende Chineesche kanonneerboot gaven de richting
aan, waarin gestuurd moest worden. Een boog beschrijvende nader
den zij van West naar Oost.
N°. 22 nam toen de leiding, naderde een der slagschepen en vuurde
een torpedo af. Eerst op dat oogenblik werd zij ontdekt. Een
hevige kogelregen begroette haar, doch nog had zij gelegenheid om
eene tweede torpedo af te zenden. Daarop stoomde zij full-speed
terug en liep nabij fort 5 aan den grond.
Boot N°. 9, die aan den haveningang dadelijk in N. W. richting
stevende, naderde de vijandelijke schepen het dichtstzij stootte aan
vankelijk op enkele Chineesche torpedobooten, die zich in de richting
der pantserschepen bewogen. Zij voegde zich bij haar zonder herkend
te worden. Toen zij op 200 M. van de Ting-joeën gekomen waren,
heesch dit schip een rood licht. Vreezende gesignaleerd te zijn,
vuurde N°. 9 eene torpedo op dien afstand af, avanceerde en schoot
eene tweede af op 50 Meter. Een hooge waterzuil verhief zich:
de Ting-joeën was getroffen. Achtervolgd door kanonneerbooten en
beschoten door de pantserschepen, werd zij geheel buiten gevecht
gesteld. Een granaat drong in de machinekamer door, doodde vier
machinisten en verwondde vier andere.
Gelukkig ontmoette haar toen N°. 19, die de overlevenden opnam.
N°. 6, welke ook de Ting-joeën genaderd was, kon niets uitrichten,
daar haar lanceerinrichting geheel dichtgevroren was.
N°. 10 slaagde er eveneens in eene torpedo op de Ting-joeën af
te zenden, welke doel trof.
N°. 8 en N°. 14 raakten vast, zoodra zij de haven binnengestoomd
waren.
Den volgenden dag werd de bemanning van N° 22, zijnde 1 officier
en 5 man door eene torpedoboot bevrijd: de rest had te voren in de
reddingboot weten te ontsnappen, waarbjj verscheidenen echter ten-