399 gevolge van het omslaan dier boot hun dood in de golven vonden. Een luitenant en twee matrozen waren bij den aanval doodgevroren De Ting-joeën zonk in ondiep water, gedeeltelijk nog zichtbaar: drie torpedo's hadden haar den strijd doen opgeven, twee van N°. 9 en een van N°. 10. De nacht van 5 op 6 werd voor eene hernieuwing van den torpedo- aanval vastgesteld. De bemanning, er van overtuigd, dat de Chineezen, na den aanval van den vorigen nacht, bijzonder waakzaan zouden zijn, bereidde zich voor, niet terug te zullen keeren. De le flotielje (N°. 23, Kotaka, N°. 13, 11 en 7) (1) lag hiertoe te 2.30, toen de maan onderging, aan de Oostelijke versperring gereed. N°. 13 en 11 kwamen gemakkelijk binnenN°. 23 en de Kotaka eerst na tal van moeilijkheden, doch N°. 7 moest onverrichterzake terugkeeren. De Ckineesche slagschepen vuurden onophoudelijk ten teeken van waak zaamheid. Toch gelukte het de vier booten ongezien te naderen, niettegen staande de zoeklichten tweemaal over hen heengingen. N°. 23 en de Kotaka bewogen zich in N. richting, de beide andere stevenden naar den "Westelijken uitgang. N°. 23 naderde ongezien de Wei-joeën tot op zeer korten afstand en wierp eene torpedo, die het schip bijna onmiddellijk deed zinken. De Kotaka en N°. 11 hadden evenzeer succes: de Lai-joeën en een transportschip verdwenen in de diepte. N°. 13, welke de Tsjin-joeën trachtte te bereiken, slaagde niet. Niettegenstaande de vervolging door torpedo- en kanonneerbooten, gelukte het aan alle vier, om ongedeerd Jin-sjin-kou baai weder te bereiken. Zoo hadden in weinige oogenblikken de torpedo's een succes gehad, dat in tal van dagen door kanonnen en forten niet kon worden verkregen: zij hebben den val van Wei-hai-wei voor een groot ge deelte voor hare rekening. De marine-medewerker van de Globe noemt den torpedoaanval „uit technisch oogpunt verreweg het belangrijkste moment uit den geheelen oorlog. Het succes van deze booten is een verpletterend antwoord aan de officieren, die onlangs (1) No 12 onderging reparatiën.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 426