408 openen, terwijl de waarborg gesteld werd, dat Japan geen duimbreed gronds van het vasteland van China na den oorlog zoude inlijven. Aangaande het eventueel bezet houden van gebied als waarborgen voor het nakomen van vredesvoorwaarden, uitlevering van wapenen, schepen en ander materieel, ook de bepaling der oorlogsschatting, dit alles zouden quaestiën tusschen Japan en China zijn, waarin niet getreden werd. Echter zouden geen handelsvoordeelen alléén door Japan bedongen kunnen worden, waarin niet tevens de tusschenbeide komende mogendheden zouden deelen. Dit is hetgeen van de resultaten van dit bezoek verluidde; van een optreden vóór dat de vrede tusschen de beide strijdvoerende rijken een voldongen feit was geworden, zou evenwel geen sprake zijn. Het bleef voor China derhalve zaak, om het zoo spoedig mogelijk daarheen te leiden, dat met het voeren der vredesonderhandelingen kon worden aangevangen. De pogingen, die totnutoe voor dit doel werden aangewend, waren evenals de zending van Detring op dezelfde klip gestrand. Twee gezanten, Tsjangjinhoean en Sjaoj'aolien, die in den aanvang van 1895 te Japan aankwamen, hadden wel is waar een mandaat ontvangen, doch hunne geloofsbrieven waren hoogst onvol- ledign Wij besluiten, u als onze gevolmachtigden aan te wijzen, om de zaak met de gevolmachtigden, door Japan aangewezen, te behan delen. Gij zult echter aan het Tsoenglijamen seinen om onze bevelen te vernemen, waaraan gij u zult hebben te houden. Gij zult u van deze opdracht trouw en flink kwijten en het vertrouwen, dat wij in u stellen, niet beschamen. Yolgt dit op Daarbij komt nog, dat ook de keuze der gezanten zeer ongelukkig was: de laatste toch was de oud-gouverneur van Formosa, welke indertijd prijzen op hoofden van Japanners had uitgeloofd. Tot onderhandelen kwam het niet, alvorens volledige volmachten uit Peking ontvangen zouden worden. Op verzoek van China was door den president der Vereenigde Staten de oud-minister van buitenlandsche zaken Foster aangewezen, om als particulier persoon de onderhandelingen aan Chineesche zijde te helpen voerenhij kwam tegen het einde van Januari te Jokohama aan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 435