416 ons een stuk wereldhistorie geleverd, van onberekenbaar nut voor onze militaire studiën En als we dan als mensch den oorlog moeten verafschuwen, als militair mogen we zijne waarde niet onderschatten. Hulde brengende aan het kranige, energieke Japan, aan zijn dap per leger, aan zijne beleidvolle aanvoerders, danken we dat Rijk voor de lessen, die het ons gegeven heeft en spreken wij tevens te dezer plaatse den wensch uit, dat het in een aanbrekend tijdperk van vrede in staat worde gesteld, gevolg te geven aan 's Keizers wensch in diens laatste proclamatie uitgedrukt: „Wij verheugen ons, dat de laatste overwinningen den roem van het „rijk verhoogd hebben. Maar wij weten ook, dat de weg, dien het rijk op den weg der beschaving afleggen moet, nog lang is. Wij hopen dus, dat wij samen met onze getrouwe onderdanen, ons niet zullen laten leiden door gevoelens van buitensporige eigenliefde, maar dat wij al onze krachten zullen inspannen, in een nederigen en bescheiden geest, om zonder in uitersten te vervallen onze militaire verdediging te versterken. Onze wensch is in een woord, dat regeering en volk samenwerken in een gemeenschappelijk streven en dat onze onderdanen van alle klassen, ieder in zijn kring, arbeiden om de grondslagen te leggen voor eene blijvende welvaart. L. W. J. K. Thomson.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 443