442
„hulp van art. 17 (dat artikel, 't welk voor alle rechtsgeleerden een
„gruwel is) alleen afdoende."
Met deze slotsom van het betoog kan men gevoegelijk vrede
hebben. Zij leidt immers zij het ook langs een omweg tot
hetzelfde resultaat, n 1. toepassing van artikel 100 op het werpen
met een voorwerp naar een meerdere in rang zonder hem te raken.
Ook ik dweep niet met art. 17. Dooh, men kan het niet genoeg
herhalen, het bestaan van zulk eene bepaling is een noodzakelijk
correctief van onvolledige, slordig geredigeerde en haastig tot stand
gekomen wetten, zooals het C.W. er eene is.
En hoe afkeurenswaardig, op zich zelve beschouwd, eene der
gelijke bepaling ook mag zijn, niettemin is zij wet, en is dus de
de rechter onbevoegd om haar ter zijde te stellen.
A. V. L. Baeré.