445
en Maleische namen; ia bij de beschrijving der Badoewi's (Badoej 's),
die in het Zuiden van Lebak wonen, vooral gebruik gemaakt van
het belangrijk geschrift van Dr. Jul. Jacobs en J J. Meier (blz.
412 t/m 416) en bij die der Heidenen van het Tenggersche gebergte,
datgene wat in deel XXIX ten jare 1885 voorkomt in de „Mede-
deehngen van wege het Xederlandsche Zendelinggenootschap" en
op blz. 2292, jaargang 1889 van den Indischen Gids.
Het hoofdstuk: „Benoembaarheid tot ambtenaar bij het Binnenlandsch
„Bestuur", voorkomende op blz. 140 t/m. 142 (wij doen slechts
grepen in het veelomvattende werk) is geheel en al nieuw.
Soematra en omliggende eilanden zijn mede ganschanders beschreven.
Eene vergelijking bijvoorbeeld hoe thans bij 6„Maatschappelijke
toestand der bevolking" op blz 546 t/m. 550 de Soekoeverdeeling
beschreven is, met die der uitgave 1882, maakt dit duidelijk.
Dezelfde opmerking geldt ten aanzien der neschnjving van thans
en weleer der eilanden Nias, Si-Maloer of Poeloe-Babi, Engauo enz.
Zestien pagina s druks, blz. 751 t/m 766, omvatten het wetenswaardige
betreffende Atjeh en Onderhoorigheden, bij welker beschrijving
vooral te rade is gegaan met de bekende geschriften van Dr. C.
Snouck Hurgronje, van K. F. H. van Langen en van den reeds
hiervoren aangehaalden, kortelings overleden officier van gezondheid
der le klasse Dr. Jul. Jacobs.
Ten slotte de mededeeling, dat blijkens het Nederlandsch Recueil
Militair van 29 Mei 1895, het boek voor particulieren in Nederland
is verkrijgbaar gesteld voor zes gulden (voor f 4.50 voor de depar
tementen van algemeen bestuur), een bedrag, dat laag is, als men
in aanmerking neemt het zeer vele, dat er voor geleverd wordt en
dat de aankondiging van dit boek, al is het geen zuiver militair
werk, ook op deze plaats geschiedt, dewijl het, naar onze meening,
in de boekenkast van elk Indisch officier te huis behoort.
Aan den bekwamen, ijverigen heer van Eek ons compliment voor
zijnen verdienstelijken arbeid.
Breda17 Juli 1895. y