447
2 y 3—3/2
2 T 6—3f2
Stelkunde, (voor elke opgave uur).
1. x op te lossen uit de vergelijking:
5 xlo£' x- x21°S-x=4
2. Twee steden liggen op een afstand van 187. 5 K.M. van elkander.
Uit de eene stad vertrekt een bode, die den eersten dag 10 KM. aflegt
en eiken volgenden dag den dubbelen afstand van den voorgaanden. Uit
de andere stad vertrekt tegelijkertijd een bode, die den eersten dag een
weg van 20 KM. doorloopt, doch wiens snelheid eiken volgenden dag
de helft wordt van die van den voorgaanden. Wanneer ontmoeten beide
boden elkaar?
3. Herleid tot de eenvoudigste gedaante:
Natuurkunde, (voor elke opgave uur).
1. Een U-vormige buis van standvastige doorsnede is tot ongeveer
de helft met kwik gevuld. Het eene been wordt gesloten. Boven het
kwik in dit gesloten been is nu een luchtkolom afgesloten van 20 eM.
hoogte, die een drukking heeft overeenkomende met 1020 G. per cMJ.
Het open been wordt verbonden met een ruimte, waarin de lucht verdund
is. Welke is, in cM. kwikhoogte gemeten, de spanning van die lucht-
verdunde ruimte als het kwik in het gesloten been 10 cM. is gedaald
Het soortelijk gewicht van kwik is 13.6.
2. Twee gewichten, wegende 1665 en 1668 i/, G., hangen aan weers
zijden van een katrol aan hetzelfde koord. Op het oogenblik dat de
gewichten in beweging raken is het zwaarste gewicht 50 cM. boven den
grond. Na hoeveel seconden zal het op den grond neerkomen en welke
snelheid zullen de gewichten dan hebben? Versnelling der zwaarte
kracht 10 M.
Neder lands ch. (1 uur).
1. De kruik gaat zoo lang te water, tot ze breekt.
2. Een vriend van mij is bij ons gelogeerd.
3. Op reis.
Aardrij kskunde.
1. Wat is u bekend van de Nederl. koloniën in W. Indië? (i/2 uur).
2. Beschrijf het koninkrijk België. (3/4 uur).
Geschiedenis.
1. Peter de Groote van Rusland. (1 uur).
2. De staatkundige toestand der Vereenigde Nederlanden van 1713
tot de benoeming van Willem IV tot Erfstadhouder. (1 uur).