454 samengewerkt; sommigen zelfs in jaren geen cavalerie gezien en „uit het oog, uit het hart" geldt ook hier. Als gevolg hiervan heerscht omgekeerd bij ons wapen een zekere sleur, een zeker haDgen aan het oude, dat scherp afsteekt tegen het opgewekte ruiterleven, merkbaar bij het wapen in de verschillende staten van Europa. De taak, welke daar de cavalerie zal vervullen in den toekomstigen grooten oorlog, staat ieder duidelijk voor oogen. Elk cavalerie-officier, in welken rang ook, tracht zich en zijne manschappen zooveel mogelijk voor die taak te volmaken en het is werkelijk interessant de resultaten dier volhardende pogingen te be- studeeren. Zeer zeker heerscht bij den Indischen cavalerie-officier die zelfde ambitie, doch waar in Europa de cavalerie-officier zijne taak nauw keurig in tijd van oorlog weet, is dit hier in Indië niet het geval. De leidende gedachte ontbreekt hier naar mijn bescheiden opinie. Wat stelt men zich in Indië van de taak der cavalerie voor Bij eene zoo geringe getalsterkte der eskadrons, welke bovendien niet op sterkte uitrukken kunnen en welke binnen zeer korten tijd niet meer aangevuld kunnen worden, omdat de reserve ontbreekt, 't zij dat men Europeanen of Inlanders zou wenschen, is aan een optreden dier eskadrons in massa niet te denken. Integendeel, ik geloof dat optreden van een of twee pelotons regel zal zijn (al of niet toegevoegd aan eene colonne). De taak der Indische cavalerie zal dus hoofdzakelijk zijnbeveiligen, verkennen en ordonnansendienst verrichten. Een enkele maal zal eene kleine afdeeling misschien voordeel bij eenen handig uitgevoerden aanval kunnen behalen, hoofdzaak zal blijven: verkennen, beveiligen en nog eens verkennen, beveiligen. Ik sluit dus het optreden onzer cavalerie in massa op een mogelijk gevechtsterrein uit, dus in het algemeen ook het daarvoor oefenen want vcor iets, waar men in tijd van oorlog geen nut van heeft, behoeft men, dunkt mij, zich niet te oefenen. Ik heb hier nog geheel buiten bespreking gelaten, dat een moge lijke vijand op grootere paarden gezeten kan zijn en de lans als wapen voert.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 483