460 (terreinrijden? beginselen velddienst?) zoodat de veldeskadrons eigenlijk geen depot-eskadrons zijn zooals nu. Wat het kader betreft bij de cavalerie, dat nog meer dan bij de andere wapens zelfstandig moet kunnen optreden en handelen, zoo mag ik niet beweren, dat dit aan alle gestelde eischen voldoet. Integen deel, ook daar ontbreekt mijns inziens veel aan, zoodat het mij tot nu steeds verwonderd heeft, dat geen der cavalerie-officieren ooit de pen heeft opgenomen voor eene zoo gewichtige zaak als de kadervorming* Ook onder het kader is evenals bij de manschappen goed materiaal aanwezig, dat echter niet voldoende wordt bewerkt, om aan de hooge eischen aan elk cavalerie-aanvoerder, van welken rang of graad gesteld, te kunnen voldoen. Het Inlandsch kader laat ik buiten beschouwing, 't zijn even groote nullen als de minderen, een hoogst enkele uitgezonderdze zijn handig in het rondbrengen van orderboeken en als teeken van meerdere beschaving in het dragen van pantalons k pied d'éléphant. Daar houdt het dan ook bij op. Waar men de kadervorming bespreekt, is het natuurlijk zaak de voor die vorming bestemde inrichtingen van onderwijs eens nader te beschouwen. Het regiment cavalerie bezit dan twee scholen, de kaderschool en de korpsschool. De kaderschool staat onder het directeurschap van den luitenant adjudant van den korpscommandant (majoor) te Salatiga; aan hem zijn toegevoegd een instructeur (adjudant-onderofficier of opperwacht meester) en twee hulpinstructeurs (1 Europeesch en 1 Inlandsch wacht meester). De korpsschool staat onder beheer van een ritmeester, aan wien een luitenant als instructeur en 2 onderofficieren (als boven) als hulp instructeurs zijn toegevoegd. Dus zoo op het oog zeer goed ingericht. Om te beginnen met de korpsschool wil ik alvast mêedeelen, dat men, om op de korpsschool te komen, oppassend moet zijnwaarom echter een man, die wat op zijn kerfstok heeft en gaarne onderwijs wil genieten, daarvan verwijderd wordt gehouden, is mij een raadsel. Voor die korpsschool geven zich jaarlijks tamelijk veel manschappen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 489