469 hij deed; aanvankelijk een tijd van drie maanden stellende, om Hoogst- deszelfs zuster af te leveren, verklaarde hij weldra aan Habib, dat hij haar slechts met geweld zoude laten gaan, een eisch, waartoe hij binnen enkele dagen gedwongen werd, toen hij Habib met eene groote macht van volk Tjot Bada zag binnentrekken. Trots verdachtmaking van velen zijner vijanden, die Habib's macht en invloed bij den Sultan met leede oogen zagen wassen Toekoe Kadli was een zijner ergste vijanden wilde aanvankelijk de Sultan geen kwaad van Habib hooren en gaf' hij zelfs vergunning, eene nieuwe missigit te doen bouwen, waartoe de verschillende Hoeloe- balangs het benoodigde hout te Penajoeng hadden af te leveren. Gaf de Sultan persoonlijk daarvoor eene gift van 3000 dollars, Habib verzamelde op Atjeh's Westkust bovendien nog 33000 van die zilverlingen. Van Habib's afwezigheid was intusschen zulk een vruchtbaar ge bruik door vele Hoofden gemaakt, om hem bij den Sulten in dis- crediet te brengen o. a. had men den Sultan gezegd, dat Habib voor het door hem verzamelde geld wapenen inkocht dat het geloof aan Habib's trouw werkelijk aan het wankelen kwam. Dit bespeurende, vroeg en verkreeg Habib zijn ontslag en vertrok hij over Penang naai Mekka. Te Mekka bleef Habib slechts korten tijd en scheepte hij zich daar weldra in op een zeilschip, dat naar Atjeh koers zette, in het bezit van aanbevelingsbrieven 10. van den Groot Sherif Abdoellah Basjah, 2°. van den Sherif van Djeddah Mohamad Bassah en 3°. van zijn voormaligen leermeester Habib Tadlal. Andermaal ter reede Atjeh gekomen, deed Habib per brief den Sultan weten, dat hij met geen ander doel teruggekomen was dan om zijne vrouw Potjoet af te halen en dat hij met haar wederom naar Mekka wenschte terug te gaan. De Sultan was echter weer ten zijnen gunste bekeerd, en nadat deze kennis genomen had van de drie, zooeven genoemde aanbeve lingsbrieven, moest Habib op zijnen last ontschepen, om ten tweeden male, gelijk te voren, in Atjehschen dienst te treden. De Sultan, bevreesd dat Habib op weg naar den Dalam door een Dl. II, 1895. 33

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 498