482
de stallen, gelijk ik die zou wenschen, juist eeu waarborg tegen
herhaling van belangrijke epizoötiën zou geven, een herhaling, die
nu dagelijks kan voorkomen.
Wanneer men het voorstelt, alsof de huidige inrichting der troepen-
stallen groote uitbreiding der ziekte heeft voorkomen, dan geeft de
ontzaglijke épizoötie van '90'91 daaraan een leelijk dementi. En
welke verandering, vergeleken bij vroegeren,mij onbekenden bouw,
bedoelt men dan P
Het is zeker hygiënisch juist om stallen te hebben met een im-
pormeabelen bodem onder de stalplanken en behoorlijken afvoer der
urine, maar hoe wenschelijk ook ter voorkoming van influenza, 't welk
een typische bodemziekte, een miasmatisch-contagieus lijden is, tegen
kwaden droes baat dit niets, want de smetstof van malleus (kwaden
droes) vormt zoo goed als zeker geen sporen en bestendigt zich in
ieder geval niet in den grond. De vervanging, wellicht bedoeld van
houten ruiven en ribben door ijzeren, is ongetwijfeld doelmatig, zij
vergemakkelijkt de ontsmetting, maar het standpunt der wetenschap
is nu algemeen, dat ook desinfectie van houten voorwerpen na kwa-
den-droes-besmetting zeer gemakkelijk uitvoerbaar is en dat het
gevaar niet dreigt van de zijde der geïnfecteerde stallen, welke lang
genoeg onbenut blijven om bij de geringe tenaciteit (levenstaaiheid)
van het kwade droesgif buiten het paardenlichaam, dit gevaar geheel
te niet te doen.
Bij de bestrijding van een besmettellijke ziekte, zoowel onder de
dieren als bij den mensch, dient gerekend te worden met de eigen
schappen der smetstof, immers deze zijn het, welke de uitbreiding
evenzeer als de bestendiging bepalen. Wel zijn er in het algemeen
een paar voorwaarden te vervullen, als daar zijn: aangifte en afzon
dering, maar het min of meer absolute van die afzondering verschilt
al reeds zeer veel naar gelang van de ziekte, waarmede men te doen
heeft. De wijze van isoleering, die bij hondsdolheid, bij miltvuur,
bij tuberculose, bij klem, bij roos, bij cholera waarborgen verschaft
tegen uitbreiding der ziekte, levert niets op bij mond- en klauwzeer,
bij mazelen, pokken, vlektyphus of influenza (van den mensch) en
om ons te bepalen bij ziekten, die aan paarden eigen zijn, men be-
strijdt influenza op een geheel andere manier dan schurft of kwaden
