485 welke, bij schijnbaren welstand, maanden, ja jaren kan duren en hoogst waarschijnlijk geschiedt ook deze verbreiding langs de digestiewegen, d.w.z. met bezoedeld voedsel. Yan het grootste gewicht is bij de bestrijding der ziekte de vraag: langs welken weg dringt de smetstof het lichaam binnen en verder dezeonder welke voorwaarden en hoe lang blijft de smetstof buiten het paardenlichaam werkzaam. De beant woording der eerste vraag toch moet bepalen, in welke mate men onderling contact dient te beperken, die van de tweede van welken kant uit de omgeving het ge raar dreigt, n.m. van de stallen, het voed sel, de lucht, den bodem, het harnachement of het drinkwater. Wel is in deze belangrijke quaestie nog niet alles opgehelderd, maar gelei delijk hebben toch de meeningen omtrent de eigenschappen der smet stof en het verloop der ziekte bij kwaden droes, zulke diep ingrijpende veranderingen ondergaan, dat men heden ten dage onjuist, overbodig of verkeerd moet noemen de mpatregelen, die tien jaar geleden doeltreffend heetten. Gelijk ik reeds opmerkte, levert in Indië de burgermaatschappij de bron van gevaar voor den telkens nieuwen invoer der ziekte bij het leger. Yroeger bestond dat gevaar ook nog door de Makassaarsche remonten. Dat Soembapaarden kwaden droes meêbrachten is, naar mij door meer dan één Indischen collega en door verscheiden officieren werd verzekerd, nooit geconstateerd. En wat geschiedt nu in de burger maatschappij om den kwaden droes te beteugelen? Bitter weinig! Wanneer een paard met kennelijken kwaden droes op den openbaren weg komt, wordt het onteigend en afgemaakt en daarmeê uit. Wel mag hier en daar eens door een verstandig autocratisch optre dend ambtenaar van binnenlandsch bestuur een dogcartverhuurderij, waarin de kwade droes hevig woedt, een tijd lang worden gesloten, hetgeen in het publiek belang zeer nuttig is, maar als wettelijken maat regel kan dat niet gebeuren. Het spreekt echter van zelf voor ieder, die maar een weinig op de hoogte is van kwaden droes, dat men op die manier de ziekte niet met vrucht bestrijd t. Yan de nevenpaarden van datgene, 't welk werd afgemaakt, weet men niets, zij blijven vrij en onbelemmerd zich op den publieken weg vertoonen, totdat ook zij Dl. II, 1895. 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 514