503 Op welke wijze het looiproces plaats heeft, namelijk of er eene scheikundige verbinding ontstaat tusschen de lijmstoffen van de huid en het looizuur, of wel dat de huid op eene andere wijze de looistof opneemt, daarover heerscht nog steeds verschil van gevoelen. Nadere beschouwingen daaromtrent liggen echter buiten het bestek van dit opstel. De huiden worden vervolgens in vierkante gemetselde bakken (looikuipen) regelmatig uitgespreid en opgestapeld. Men bedekt te voren den bodem van deze kuipen met eene laag looistofhoudend materieel, dat reeds meermalen bij de looiing heeft gediend, terwijl telkens wanneer men eene huid heeft uitgespreid daarop looistof wordt gestrooid en alle onaangevulde ruimten daar mede aangevuld worden. Ten slotte laat men een extract van de looistof in de kuip loopen. Het looistofhoudend materieel, hiervoren bedoeld, bestaat uit een mengsel van fijngemalen (1) Tangoeli (2) en Pilangschors (3); het extract is een aftreksel van deze beide schorssoorten, waarbij wordt opgemerkt, dat voor dit extract slechts schorspoeders worden geno men, welke reeds twee malen bij het looien zijn gebruikt. Na in deze kuipen eenigen tijd aan de inwerking van de looistof te hebben blootgestaan, worden de huiden in andere kuipen over gebracht, waarin men eene 20 cM. dikke laag éénmaal gebruikt schorspoeder op den bodem heeft uitgespreid. De huiden worden dubbel gevouwen en regelmatig opgestapeld. Op elke laag huiden wordt schorspoeder gestrooid. Van uit deze kuipen worden de huiden overgebracht in andere, waar ze op dezelfde wijze als boven is omschreven, uitsluitend met versch schorspoeder worden behandeld. Het geheele looiproces duurt voor dunne huiden 60 dagen, voor dikke 3 maanden (4). (1) Hier machinaal. (2) Tangoeli. Een tot de Papilionaceae behoorende boom, waarvan de wetenschap pelijke benaming is Cassia Fistula. (3) Pilang. Een in onzen archipel voorkomende boom van middelmatige hoogte en zwaren stam. Zijn wetenschappelijke naam is Acaoia leucophlaca. Hij behoort tot de Mimoseae. (4) In Europa 4—6 maanden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 534