504 De regelmatig hooge temperatuur is oorzaak, dat deze korte looitijd voldoende is. De huiden zijn nu gaar gelooid, hetgeen is na te gaan door met een scherp mes eene insnijding in het leder te maken. De snijvlakte moet dan eene effen, donkerbruine, op chocolade gelijkende kleur vertoonen. Bemerkt men daarentegen witachtige strepen, dan kan men aan nemen dat het leder niet voldoende gelooid is en vertoonen deze strepen eene groenachtige tint, dan wijst dit op eene onvoldoende verwijdering der kalk. Na de looiing spreekt men niet meer van huiden, doch van leder. De bewerkingen, die het leder nog moet ondergaan ten einde het meer geschikt te maken voor het gebruik, geschieden in de leertouwerij. De eerste bewerking, welke het nu van alle schorspoeder gereinigde leder in de leertouwerij van den Heer Roussel ondergaat, bestempelt men met den naam van krispelen (1). Het krispelen maakt het leder lenig. Men verstaat onder krispelen het met kracht heen en weer wrijven van een omgeslagen gedeelte van het vel leder (dat men dubbel gevouwen heeft met de nerfzijde (2) naar binnen) over het andere gedeelte, dat op eene bank of op eene tafel is uitgespreid. Om nu het vel leder overal op eene gelijke dikte te brengen, wordt de vleeschzijde hier en daar, waar zij oneffenheden vertoont, afgeschaafd. Deze bewerking geschiedt met de zoogenaamde splijtmachine. Het leder wordt vervolgens geblancheerd of uitgezet. Op een marmeren tafel uitgespreid, wordt de nerfzijde van het leder met een weinig vet bestreken en daarna met het blancheermes (figuur 3) flink gewreven, waardoor zij gelijkvormig wordt en het leder de eigenschap van smijdigheid verkrijgt. Om deze eigenschap te bevorderen wordt het leder aan nerf- en vleeschzijde met talk en traan besmeerd (het smeren) en ver volgens te drogen gehangen, waarna het vet, dat niet in de poriën van het leder getrokken is, met een stalen afzetter of afstooter wordt verwijderd. (1) Geschiedt maohinaal. (2) De norfzjjde is de onthaarde buitenzijde van het leder.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 535