506 gend verkeert, zoo geleidelijk mogelijk te beschrijven, wordt nog even de aandacht der lezers gevestigd op het zooileder, waarvan te voren reeds met een enkel woord werd gewag gemaakt en hetwelk de Heer Roussel gedeeltelijk geheel toebereid uit Europa ontvangt, gedeeltelijk zelf bereidt. Uit het zoolleder worden de volgende onderdeelen van den schoen vervaardigd le binnenzool, 2e tusschenzool, 3e buitenzooi, 4e contrefort, 5e hakstukken, 6e omlooper, 7e inplak, 80 cambreur. In de eerste plaats wordt het zoolleder in reepen gesneden door middel van de rangeermachine, bestaande uit een groot mes, dat boven- en benedenwaarts kan worden bewogen en waaronder een blok is aangebracht om het vel leder op te leggen. De aldus verkregen reepen worden vervolgens gewalst welke bewerking in de plaats treedt van het kloppen van het leder bij de bewerking met de hand en daarna door de zolen- en hakkensnij- machine of stanzmachine tot zolen, contreforts en hakstukken versneden. Daartoe worden op de gewalste stukken metalen zool- en hak vor men gezet, waarvan de opstaande kanten aangescherpt zijn en wordt de zich aan de machine bevindende pers met zulk eene kracht naar beneden gebracht, dat de vorm in het leder dringt en de zool, het hakstuk, den contrefort, enz. afsnijdt, (figuur 9 en 10.) De contreforts worden vervolgens geschalmd, d. w. z. door de schift- of schalmmachine langs de randen goed afgeschaafd. Deze bewerking is noodig om bij de verbinding van den contrefort met het achter- en voorstuk den overgang aan de binnenzijde gelijk matig en in elk geval zonder scherpen rand te doen zijn. De afval door het schalmen verkregen, bestaat uit breede en minder breede reepjes, waarvan de lengten gelijk zijn aan de lengten of breedten der contreforts.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 537