508
Door middel van tangen wordt nu het overleder gegrepen, op zijde
en van voren over de zool getrokken en met vertinde spijkers (teaks)
aan de binnenzool bevestigd, waarbij, aangezien de leest van staal is>
de punten der spijkers, wanneer deze door de zool komen, van zelf
omgeklonken worden.
Het verdeelen der plooien, die noodwendig aan toon- en hakzjjde
ontstaan, geschiedt met de hand.
De voordeelen van het machinaal oppennen zijn de volgende.
In de eerste plaats worden alle schoenen op dezelfde wijze behan
deld, hetgeen bij het oppennen uit de hand niet het geval is.
Bovendien wordt het bovenleder steviger om de zool getrokken en
daardoor de schoen beter naar de leest gevormd.
Aangezien de schoen, na opgepend te zijn, van onderen geene
gelijkmatige vlakte vertoont, wordt deze aangevuld met twee stukjes
leder, waarvan het eene, inplak genoemd, onder den bal van den
voet wordt aangebracht, terwijl het andere tot stevigheid in de holte
van den voet dient en cambreur (campereur) heet.
Cambreur en inplak worden met een paar pennen bevestigd.
Nu wordt de tusschenzool, na haar, met behulp der zolengroef-
machine voor de tusschenzool, van eene groef te hebben voorzien,
voorloopig met eenige houten pennen aan de binnenzool bevestigd.
Aan de hakzijde geschiedt deze bevestiging definitief en uitslui
tend met vertinde spijkers.
De groef in de tusschenzool dient om de richting aan te geven,
waarin bij het doornaaien de steken moeten worden aangebracht.
Dit doornaaien geschiedt met de zolendoornaai- of Mc. Kaij-machine*
Tusschen- en binnenzool worden daar, waar de bevestiging niet
niet reeds plaats vond dus aan de hakzijde door twee evenwij
dig loopende stiksels aan elkander genaaid.
Na het doornaaien wordt de schoen weder op de leest gezet en
de buitenzooi voorloopig met houten pennen bevestigd, welke bewer
king aan de hakzijde echter definitief en met vertinde spijkers geschiedt.
De buiten zool wordt eveneens te voren gegroefd met de zolen-
groefmachine voor de buitenzooi.
Deze groef dient echter niet, zooals bij de tusschenzool, om de
richting aan te geven, waarin de „Mc. Kaij" de steken moet aan-