510 te zijn geloopen, die spijkers doet oxydeeren, waardoor de omgevende leermassa zoude worden vernield. De vervaardiging van de hak uit de hand heeft het voordeel, dat het in de vorige alinea bedoelde voorschrift gemakkelijker kan wor den nagekomen, dan wanneer men eene hakkepers bezigt. Nu volgt het afschrooien van de hakken, door welke bewerking de buitenzijde wordt glad geschaafd. Het werktuig, dat hiervoor gebezigd wordt, heet de hakkenschrooi- machine en bestaat in hoofdzaak uit vier kruisvormig geplaatste, snel ronddraaiende mesjes. Eindelijk volgen nog eenige bewerkingen, die men de eindbewer kingen zou kunnen noemen en waarvan eenige noodig zijn voor de apprêtuur van den schoen. Deze zijn le het polijsten of gladmaken van de afgeschrooide hakken en van de buitenzooi (likken), 2e het voor goed sluiten van de groef in de buitenzooi en het opnieuw naar de leest zetten van de schoenen, welke door de verschillende bewerkingen, die deze hebben ondergaan, uit hun vorm geraakt zijn, en 3e het maken der vetergaten. De schoenen worden vervolgens paarsgewijze aan elkander verbonden met stevig gepekt garen, gaande door het midden der contreforts. Bij ieder paar schoenen behooren twee lederen veters, voldoende stevig en van zoodanige dikte, dat zij gemakkelijk door de vetergaten kunnen worden getrokken. En hiermede is ook de schoenenfabricage beschreven. Volledigheidshalve wenschen wij echter met een enkel woord gewag te maken van de wijze, waarop controle uitgeoefend wordt op de goede hoedanigheid van de onderdeelen van den schoen. De door de stanzmachine afgesneden zolen worden gekeurd, vóór dat ze bij de confectie van het schoeisel worden gebruikt. De keuring geschiedt door den met het toezicht op de fabriek belasten officier daartoe door den Hoofdintendant aangewezen dan wel door eene commissie van drie officieren, welke door even- genoemde autoriteit wordt benoemd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 541