519 «ene quaestie tot beslissing te brengen, deed zich ook nu weer voor. Fransen van de Putte trad af en Mr. P. Mijer, die van eene verplaatsing van den bestuurszetel van Batavia niets weten wilde, trad ten tweeden male als Minister op. De Legercommandanten, de generaal Andresen en na hem, de generaal Kroesen, die geheel anders wilden dan Mijer, die thans als Gouver neur-Generaal te Buitenzorg troonde, konden derhalve op weinig steun van die zijde rekenen. Intusschen brak in Juli 1870 de oorlog uit tusschen Frankrijk en Duitschland, een evenement, dat tot in Buitenzorg natrilde. Minister de Waal schreef den Gouverneur-Generaal Mijer, dat het niet onmogelijk was, dat Nederland in dien oorlog zou betrokken wor den en dat men dus op alle eventualiteiten voorbereid moest zijn. Bevelhebbers van leger en vloot werden te Batavia gehoord, com- missiën van hoofdofficieren te Batavia, Semarang en Soerabaia gingen aan den hun opgedragen arbeid. Generaal Kroesen stelde daarop niets minder voor dan den bestuurs zetel onverwijld naar Poerworedjo te doen verhuizen, doch de Gou verneur-Generaal Mijer trad niet in zulk een ingrijpend voorstel. Intusschen week het oorlogsgevaar in Europa en daarmede het gevaar voor Indië, om met een buitenlandschen vijand in contact te komen. De binnenlandsche politiek in Nederland ging inmiddels voort met het „politiek vermoorden" zijner ministers; de Waal trad af en Fransen van de Putte beklom ten tweeden male den zetel. Ook te Buitenzorg maakte de Hr. Mijer plaats voor Loudon, terwijl het jaar daarna (1873) de generaal Whitton den generaal Kroesen in het Hertogspark verving. In datzelfde jaar werd Fransen van de Putte weer vervangen door Baron van Goltstein, welke laatste minister de zaak nog meer embrouilleerde door in overweging te geven, of hot niet raadzaam wezen zou, al vast het Departement van Oorlog naar Midden-Java te doen overgaan. Men kwam derhalve geene enkele schrede verder, integendeel. De opeenvolgende legercommandanten, de Neve, Boumeester en Pfeiffer waagden zich dientengevolge zoo weinig mogelijk op dit hoogst onvruchtbaar terrein en lieten eenvoudig de zaak rusten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 550