523 Yolgen wij intusschen verder des Landvoogd's schrijven op den voet. Naar zijne meening maakten de gewijzigde omstandigheden het thans noodig, op nieuw stil te staan bij de vraag, in welke richting verder te Atjeh diende gearbeid en welk einddoel ons daarbij voor de oogen moest staan bij het vervolgen van het op militair en poli tiek gebied verworven succes, bij het consolideeren van onzen invloed, daar waar die reeds gevestigd was en bij het aanknoopen en aan- kweeken van nieuwe aanrakingen. Ten einde te dier zake met den bevelhebber te Atjeh in overleg te treden om daarna een program vast te stellen, waarin de strek king onzer verdere handelingen duidelijk zoude zijn uiteengezet, stelde daarom de Gouverneur-Generaal, als grondslag voor dat overleg, het hiernavolgende vast. Bestond van af den aanvang des oorlogs niet de minste twijfel, dat wij in ons financieel belang onze bestuurstaak in Atjeh niet verder dan strikt noodig was moesten uitstrekken, dit beginsel zou met te meer ernst in het oog gehouden en met te strenger conse quentie worden toegepast, nu jaar op jaar de Atjehsche zaak schatten verslond en aan den lande financieele lasten oplegde, die ver boven onze krachten gingen (1) en die dus ten spoedigste tot een minimum dienden te worden gereduceerd. (1) Blijkbaar vervalt de Gouverneur-Generaal hier ditmaal in eene zeer pessimis tische beschouwing der zaken, eene fout, welke nochtans den Landvoogd niet al te zwaar dient aangerekend, naardien met hem ongeveer alle andere Groot Dignitarissen, Ministers, Volksvertegenwoordigers e. t. q. in dien tijd denzelfden onheilspellenden, valschen toon aansloegen. Een valsche toon, omdat sedert de oorlog gedurende 18 jaren is voortgezet ge worden en in weerwil daarvan Neerlands financieele kracht om en de bij niet zwak ker staat dan in 1877. Alle overdrijving schaadt. De oorlog op Atjeh wie zal het loochenen? kost heel veel geld, doch die oorlog gaat nog altjjd niet boven onze krachten, integendeel knnnen wij onder de band nog belt eene vrij groote, met den Sultan van Lombok uitstaande rekening, gelijk gebleken is, behoorlijk vereffenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 554