527 13 veldbataljons infie. en 1 bergbatterij. De kraton tevens voorzien van eene omwalling, met 2 stormvrije, met den hoofdwal communiceerende voorwerken op de beide lange zijden van den kraton. b. de posten rondom j 1 garnizoensbataljon van 6 compagnieën Kota-Radja infanterie, elk h 175 man. De zes compagnieën aldus te distribueeren le compagnie Olehleh en Poeloe Bras, 2° Pakan Badak, 3e Pager-Ajer of Lambaroe, 46 Lamjong, 5e Edi, 6 e Segli. Yoornoemd ontwerp nu viel niet in allen deele in den smaak der plaatselijke Atjeh-autoriteiten. De juist in Afjeh afgetreden chef van den staf, de overste Meijer, die op last van den Gouverneur-Generaal bij afzonderlijke nota van zijn gevoelen ter zake moest doen blijken, was althans er niet voor, nu reeds de troepenmacht te gaan inkrimpen. Naar de meening van overste Meijer was de postenketen, zooals die in 1877 te Atjeh bestond, daar hoog noodzakelijk en zou er voor- loopig geen enkele schakel uit dien keteu anders dan ten koste van de veiligheid zijn weg te nemen. Was eenmaal de bevolking der XXYI Moekims en die van Toekoe Bait in werkelijke onderwerping gekomen, en konden wij op die menschen eenmaal evenveel vertrouwen stellen als thans op die van Marassa en die der IY Moekims, dan eerst zou men veilig kunnen overgaan tot eene aanmerkelijke inkrimping van beatings. Maar ook dan nog zou de overste Meijer voorloopig te Atjeh 1 garnizoensbataljon niet van 6, maar van 12 compagnieën (of 2 bataljons elk van 6 compagnieën) willen bestemmen, om garnizoen te houden, respectievelijk 1® compagnie Olehleh, 2e id Kroeng Raba, 3® id Pakang Badak, 4 id Boekit Daroe of Oleh-Soesoe,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 558