528 id Lambaroe, 6» id Pango, 7« id Lamjong, 8e id Koewala Gigieng, 9« id Analaboe, 10* id Segli, ID id Samalangan, 12e id Edi. Zijne taxatie van benoodigde troepen, zelfs bij het gelijktijdig stellen van hoogere eischen ten aanzien van den politieken toestand in Groot- Atjeh, bedroeg alzoo 6 X 175 900 man infanterie meer dan die van den Legercommandant. De spoedig op handen zijnde gebeurtenissen in Groot-Atjeh zouden intusschen aan alle gedachtenwisseling over inkrimping van bezetting en posten een eind maken, terwijl die gebeurtenissen meteen zouden bewijzen, hoe deerlijk de Gouverneur-Generaal zich in de Atjehers en hun hoofden vergist had. Ruim 6 maanden daarna trokken vele honderden onzer krijgers, daartoe sterk aangevuld door nieuwe bataljons van uit Java, gewa penderhand de XXII en XXVI Moekims binnen, langs hunne étapelijnen tal van nieuwe bentings oprichtende ver buiten onze postenketen van October 1877, die de Landvoogd ontijdig wenschte te doen opheffen. Breda21 September 1895. J. A. VINK. gepens. kolonel, tit. 5®

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 559