5B0 Het verzoek des Sulthans om zeven dagen tijd, ten einde zich met zijn vrouwen en kinderen voor zijn gedwongen reisje naar Batavia gereed te kunnen maken, werd geweigerd. Twee dagen werden toegestaan onder voorwaarde, dat de stukken op de wallen van den Kraton onmiddellijk zouden omgezet worden, de kas aan den bevel hebber der expeditie zou worden overgegeven en de rijkssieraden zouden worden overgedragen aan den Soesoehoenan Ratoe Hoesin D'lia Oedin, alias den gewezen Sulthan van Palembang Achmet Nayam Oedin en vader van den nieuwen Sulthan, die evenzoo onder den naam van A.cbmet Nayam Oedin den Palembaogschen troon zou bestijgen, in de plaats van den toenmaals met ons in oorlog zijnden reeds meer genoemden Sulthan Machmoed Badar Oedin. (1) Den 30en Juni werd nader door generaal de Koek bepaald, dat den len Juli door onze troepen de Kraton in bezit zou worden genomen dat Sulthan Machmoed Badar Oedin ingevolge zijn verzoek, met het oog op zijn geschokte gezondheid, nog twee dagen bij zijn broeder Pan" geran Adipati Toea mocht verblijven, doch vóór de overgave van den Kraton zich daaruit zou hebben te verwijderen. Voorts bepaalde de Generaal, dat zijn Hoogheid een Pangeran moest aanwijzen om, ten overstaan van twee door den nieuwen Sulthan aan te wijzen Pangerans, toe te zien, in welken staat de Kraton zou worden over genomen. Tegelijkertijd zou de overgave van de schatkist plaats hebben. Den 30en Juni, 's avonds ten 10 ure, kreeg generaal de Koek het bericht, dat Sulthan Machmoed Badar Oedin zijn Kraton verlaten en zijn intrek genomen had bij zijn bovengenoemden broeder. De overgave had den volgenden dag overeenkomstig het boven vermeld programma plaats. Al de daarvoor bestemde troepen rukten in groot tenue en met muziek ten 7 ure v. m. onder kolonel Bischoff den Kraton binnen en bezetten onmiddellijk de bastions en de munitiemagazijnen. (1) De gewezen Sulthan Achmet Nayam Oedin zou n.l., als Soesoehoenan Ratoe Hoesin D'lia Oedin te Palembang, zoo ongeveer dezelfde rol gaan vervulleü als tegen woordig de ex-Koning Milan in Servië, d. w. z. hij zou de vader zijn van den regee renden vorst zonder meer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 561