531 Om uur v. m. gaven de oorlogsschepen de Nederlaudsche vlag, toen zij haar banen ontplooide boven de wallen van den Kraton, een saluut van 21 schoten. „Maar de schatkist!?" Wel lezer, 's middags zond kolonel Bischoff tien zakken met geld, welke bij telling bleken te bevatten de kolossale som van f 10759. zegge: tien duizend zeven honderd negen en vijftig gulden. Dat was alles, wat er van die zoogenaamde schatten in den Kraton gevonden werd. Suhhan Machmoed ging in den avond van den 3en Juli met zijn oudsten zoon Pangeran Ratoe aan boord van Zr. Ms. fregat Dage raad, in gezelschap van zjjn verdere kinderen, vrouwen en gevolg, werd eerst naar Batavia, vervolgens naar het fort Oranje en einde lijk naar Ternate overgebracht, om daar als staatsgevangene, tegen f 800.'s maands, zijn verder leven te slijten. „En zijn schatten dan!?" De Gouverneur-Generaal, G. A. G. P. Baron van der Capellen, vertrouwde den ouden Sulthan niet, want bij aankomst op de reede van Batavia liet Zijne Excellentie Zijn Hoogheid gewoon uitpakken, d. w. z. er werd een onderzoek ingesteld op het fregat Dageraad naar de schatten, die hij kon verborgen en meegenomen hebben. Er kwam evenwel niets te voorschijn. De ex-Sulthan bleef stellig ontkennen, iets te hebben medegenomen. Na zijn vertrek van Batavia deed een van hem achtergebleven bediende aanwijzingen bij den assistent-resident van politie aldaar, omtrent de verdwenen schatten. Yolgens deze inlichtingen zouden zij voor een groot deel uit goud, juweelen en geld bestaan en in bewaring zijn gegeven aan verschil lende rijksgrooten en particulieren, wier namen werden opgegeven. Andere personen uit het gevolg van den ex-Sulthan bevestigden zulks; zij hadden dienaangaande verklaringen afgelegd bij den resi dent van Soerabaja. Alle pogingen van dien resident, om Zjjn Hoogheid zonder dwang en door gepaste middelen tot een aanwij zing zijner schatten te bewe gen, bleven zonder uitkomst. Het N. I. Gouvernement benoemde daarop een commissie, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 562