43 volkrijke bovenstad heeft doorstroomd. Yoor het geval nu, dat ons leger, Da zoo larg mogelijk den strijd buiten Soerabaja te hebben gevoerd, door de overmacht gedwongen wordt op da reduitstelling terug te trekken en daar de verdediging voort te zetten, is het vol strekt niet noodig die troepen ia de benedenstad te legeren. Hier zullen zich onze legerinrichtiDgen en magazijnen moeten bevinden. De troepen bestemd tot verdediging zullen echter gedeeltelijk in de bovenstad, gedeeltelijk nog daarbuiten in en achter de fortenlinie moeten worden onder dak gebracht. De invloed van het slechte drinkwater zal derhalve op de troepen veel geringer zijn, daar het voor haar benoodigde nog niet verontreinigd en besmet kan zijn door de benedenstrooms wonende sterke bevolking der stad. Eindelijk vergete men niet, dat de minder goede gezondheidstoe stand, aan Soerabaja eigen, als gevolg van hare ligging in de kust streken, ook zijn invloed doet gelden op den aanvaller die de vesting mocht willen belegereD, en dat in veel sterkere mate. De aanvaller toch is aan het klimaat niet zoo gewend als de verdediger; hij zal niet zoo goed gehuisvest zijn; hij is genoodzaakt grondwerk op groote schaal te verrichten en in geroerden grond te leven, terwijl bij den verdediger het grondwerk grootendeeis reeds jaren te voren kan zijn verricht en deze derhalve tijdens de belegering veel minder de nadee- lige invloeden van het roeren in den bodem ondervindt. Over een enkel punt uit de lezing van den heer Koster meen ik nog na der te moeten uitwijden, n.l. waar de spreker ook nu nog de hoofdkracht der verdediging van N. I. in de marine wenscht te zoeken. Zooals ik reeds in mijne brochure neerschreef, is het ook mijne opinie, dat de meest rationeele verdediging van een eilandenrijk die is door middel van eene krachtige marine, maar dan moet men ook werkelijk in staat zijn, die marine voldoende sterk te maken. Is dat niet het geval, dan kan de marine den vijand nog veel afbreuk doen en het overbrengen van een invasieleger bemoeilijken, maar kan de verdediging niet meer aan haar alleen worden overgelaten en mag eene versterking der vloot niet geschieden ten koste van het noodzakelijke voor de verdediging te land. En dat het werkelijk niet binnen het bereik ligt van onze financieele

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 58