DE VESTINGARTILLERIE OP LOMIÏOK. (1) I Sterkte aan personeel voor en na de overvalling. II Geschutsoorten en aantal vuurmonden. III Debarkement. IV Opvoeren naar de posten van geschut en materieel voor batterij bouw. V In batterij brengen. VI Artilleriesterkte op de posten. VII Aanvulling van munitie. VIII Wijze van vuren en de te bevuren doelen. IX Bijzonderheden opgemerkt aan vuurmonden en munitiën. X Uitwerking. XI Embarkement. XII Sterkte der achtergeblevenen. XIII De vestingartillerie toegevoegd aan uitrukkende colonnes. XIV Sterkte der tegenover Mataram en Tjakranegara in batterij gebrachte vuurmonden en globale opgave der tegen deze plaatsen verbruikte munitie. I. Sterkte aan personeel voor en na de overvalling. Aanvankelijk was het commando over de bereden artillerie met dat over de vestingartillerie vereenigd onder den commandant der expeditionaire artillerie tegen Lombok. Van het personeel der vestingartillerie was een gedeelte ter sterkte van 1 officier, 1 adjudant-onderofficier dienstdoend officier, 2 Europeesche sergeanten, 2 Europeesche korporaals, Dl. II, 1895. 5 (1) Verrijkt door eenige -welwillend verstrekte gegevens van den len luitenant der artillerie J. J. Hemmes.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 80