66
8 Europeesche kanonniers,
14 stukrijders,
2 muildieren en
12 draagpaarden,
aangewezen als bediening der Coehoornmortieren, terwijl het overige
personeel, tellende:
1 officier,
1 fourier,
1 Europeesch korporaal,
3 Europeesche kanonniers,
2 Inlandsche sergeanten,
2 Inlandsche korporaals,
4 Inlandsche kanonniers,
3 stukrijders,
1 muildier en
3 draagpaarden,
was aangewezen voor het artilleriepark, tevens om zoo noodig
het zware geschut te bedienen.
Bovendien waren voor het materieel nog uitgetrokken:
1 magazijnmeester 4° kl.,
1 conducteur 2e kl.,
1 sergeant-majoor-vuurwerker,
1 sergeant-majoor-geweermaker,
2 sergeanten-geweermaker en
1 sergeant-schrijver.
an dit personeel zijn de muildieren en paarden met de stukrijders
overgegeven aan de veldbatterij en deze ook Bteeds gevolgd.
Ha de overvalling is het commando over de artillerie gescheiden in dat
der bereden artillerie en dat der vestingartillerie, terwijl de vestingartil
lerie tevens een groote uitbreiding onderging en wel versterkt werd met
1 kapitein,
2 luitenants,
1 sergeant-majoor,
10 Europeesche sergeanten,
15 Europeesche korporaals,
80 Europeesche kanonniers,