67
2 hoornblazers en
28 Inlandsche kanonniers;
terwijl tevens de commandant der oorspronkelijke veldbatterij
werkzaam werd gesteld bij de vestingartillerie.
Het personeel bestemd voor het materieel werd versterkt door:
1 sergeant-majoor-vuurwerker,
1 conducteur 3' klasse en
1 korporaal-schrijver.
Voor de geregelde aanvulling van dit personeel was de 16e com
pagnie artillerie te Soerabaja aangewezen, terwijl de vacatures der
officieren door den chef van het wapen werden vervuld.
II. Gescliutsoorten en aantal vuurmonden.
Aan de oorspronkelijke expeditie was toegevoegd zwaar geschut en
tevens Coehoornmortieren, om zoo noodig uitrukkende colonnes te
volgen. Van het zware geschut waren aanwezig 2 kanonnen van
12 cM. A. en 2 mortieren van 20 cM., terwijl 2 secties Coehoorn
mortieren met muildieren en draagpaarden waren toegevoegd.
Nadat de troepen binnen Tjakranegara en bij Hataram gebivouakeerd
waren, werd last gegeven het zware geschut naar Java terug-
tezenden. Na de overvalling is weder dadelijk geschut uitgezonden
en in hoofdzaak hetzelfde; alleen ziju er nog kanonnen van 12 cM. K.
aan toegevoegd. Thans werden 6 kanonnen van 12 cM. A. en
4 kanonnen van 12 cM. K., benevens 6 mortieren van 20 cM. uitge
zonden. Later zijn nog een kanon van 12 cM. A. en 4 mortieren
van 20 cM. naar Lombok verstrekt, als reserve en ter vervanging
van onbekwaam geraakte.
De medevoering van zwaar geschut had in hoofdzaak tot doel
het zoo noodig bombardeeren van Mataram en Tjakranegara, van
welke plaatsen reeds te voren bekend was, dat zij door hare inrichting
en vooral het aanwezig zijn van muren een groot defensief vermogen
bezaten. De zware mortieren waren bij de expeditionaire ariilierie
ingedeeld, om met het worpvuur de binnenruimten, door de muren
omsloten, te kunnen treffen.
De groote afstanden en het weerstandsvermogen der vermoedelijke
doelen hebben doen besluiten tot de keuze der kanonnen van 12 cM.,