75 a. Op Kapitan zijn den 5cn September twee kanonnen van 12 cM. A. in batterij gebracht tegen AroeDg-Aroeng, onder commando van een officier. Per stuk waren ingedeeld: een Europeesch onderofficier met 4 man bediening. b. Op den 8en September zjjn de twee kanonnen van 12 cM. A. van Kapitan te Aroeng-Aroeng in batterij gebracht; dienzelfden dag werden ook twee mortieren van 20 cM. in de bewapening opge nomen. Op 12 September zijn nog twee kanonnen van 12 cM. A. op denzelfden post in batterij gebracht. Aanvankelijk waren twee officieren met de bedieningen voor twee kanonnen van 12 cM. A. en twee mortieren van 20 cM. aanwezig, maar nadat nog twee kanonnen van 12 cM. A. waren opgevoerd, werd een kapitein artilleriecommandant op den post geplaatst. De sterkte aan personeel bedroeg toendrie officieren (waaronder een kapitein), vijf onderofficieren (waaronder een vuurwerker), vijf korporaals (waarvan een werkzaam bij den vuurwerker) en dertig kanonniers. c. Te Sekarbela werden op den 15en September in batterij gebracht een kanon van 12 eM. K. en een mortier van 20 cM. Het commando hierover werd gevoerd door een officier, terwijl de sterkte aan perso neel bedroeg: twee onderofficieren, twee korporaals (waarvan een voor vuurwerker fungeert) en acht kanonniers. d. Te Pagasangan-Oost werden den 196n September in batterij gebracht drie kanonnen van 12 cM. K. en een mortier van 20 cM. op den 21en September, terwijl op den 25en daaraanvolgende nog een kanon van 12 cM. A. derwaarts werd opgevoerd en aldaar in batterij gesteld. Het personeel was sterk: twee officieren (aanvankelijk 2 luitenants en van 5 November een kapitein en een luitenant), drie onderoffi cieren, zes korporaals (waarvan een tijdelijk dienstdoende als vuur werker) en negentien kanonniersin den beginne slechts één officier, tot 23 October. Sinds 22 September is niet meer uit den mortier van 20 cM. geschoten. e. Te Mataram-Poeri is op den 2en October een mortier van 20 cM. in batterij gebracht in het daarvoor opgeworpen veldwerk. Dé sterkte der vestingartilleriebezetting bedroeg: een onderofficier, een korporaal (tevens vuurwerker) en vier kanonniers. De officier

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 90