88 Het gemis van een zeehaven werd door de bewonera der XXII Moekima dan ook zoo gevoeld, dat zij eindelijk een gedeelte gronda van de XXVI Moekima wiaten te bemachtigen, dat n. 1. bij de Kroeng Raja gelegen ia. Van toen af aan werden de XXII Moekima meer dan vroeger van de beide andere Sagi'a onafhankelijk, met betrekking tot hunne gemeenachap met de zee, terwijl zij die onafhankelijkheid nog op eene andere wijze wisten te verkrijgen en te behouden. Zij oefenden n. 1. van oudsher en doen dit betrekkelijk tegen woordig nog, een overheerachenden invloed uit over de bewoners der XXV en XXVI Moekima (het meest over die der laatstgenoemde Sagi) in die mate, dat in de jaren 1876 en 1877 vele kampongbewo- nera ons bestuur lieten weten, dat zij zich zouden onderwerpen, wanneer ook de orang toenong der XXII Moekima van de Companie een pak slaag hadden gehad. Het vorenstaande overzicht was noodig hier te geven, om het strategisch doel te vatten, dat generaal Pel in de laatste dagen van 1875 met zijnen veldtocht voor oogen had. Dat doel omvatte: de Sagi der XXV Moekima van vijanden te zuiveren en zich van dat gewest meester te maken, zoo al niet geheel, dan toch voor het grootste deel; voorts van de VI en IV Moekims minstens de kuststrook Olehleh Kroeng Raba te bemeesteren en zich daarna tot de XXVI Moekims te wenden ter bemachtiging van Koeala GigcheD, kan het zijn ook van Kroeng Raja. Generaal Pel wilde dus de strategische lijn KroeDg Raba Kroeng Raja in handen krijgen en deze door eene linie van posten bevestigeD, ten einde zoodoende de bewonera van het binnenland in hun eigen gebied terug te dringen, hen af te sluiten van hunne gemeenschap met de zee, dientengevolge den overheerachenden invloed en den onafhankelijkheidszin der Sagi XXII Moekima te fnuiken en dat gewest uit een handelsoogpunt afhankelijk van anderen te maken. Latere omstandigheden zouden generaal Pel doen beslissen, om al dan niet ook de XXII Moekims binnen te rukken en in bezit te nemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 103