97
De linker voorste compagnie Buijs had een even groot succes.
Tegen den kampongrand stormende, in front van twee bentings, waar
van de face der eene die der andere flankeerde, werd, zonder te vuren,
de rechtsche benting genomen en de vijand op de vlucht gejaagd.
De luitenant Buijs was aan deze zijde de eerste, die in de vijande
lijke stelling drong.
Na vervolgens zijn soldaten verzameld te hebben, waarmede vrij
wat tijd verloren ging, omdat onze ongeschoeide Madureezen ook hier
tegen de bamboedoeri optornden, rukte de compagnie voorwaarts,
den vijand steeds vóór zich uitdrijvende, totdat ook zij ten laatste
den Zuidelijken kampongrand bereikt had en ter linkerzijde van de
compagnie Leers in stelling kwam.
Onze verliezen waren zeer gering, de colonne Leers telde twee gesneu
velden, den Europeeschen sergeant de Goede (schot in het oog) benevens
één marinier (1) en voorts drie gewonden; de colonne Buijs had geen
enkel 'man gewond.
Al dadelijk toonden de gewonden in dit eerste gevecht, dat zij
wel een stootje konden verdragen; wilde de marinier 36 klasse
Roelofs, n°. 13117, die aan de knie een schot bekwam, de combat
tantenlinie niet verlaten vóór en aleer hij dwars door den kampong
was en alsnu zijn commandant hem gebood, naar de ambulance te
gaan, gelijkerwijs bleef ook de sergeant-majoor opnemer Diecke,
n°. 64770 zoo lang mogelijk in de gevechtslinie, nadat hij bij het ter
hulp snellen van den in gevaar verkeerenden luitenant Röpke, door
een schot in de zijde in de gracht van de bestormde benting was
neergetuimeld.
Yan den luitenant-adjudant Richelle werden pistool en sabel
door een lillakogel stuk geschoten.
Intusschen waren de artillerie en de beide compagnieën van de Pol
en Smeets, met uitzondering van eene sectie infanterie, die den op
(1) Wie die marinier was, weten wy riet; zijn pelotonscommandant, de le lui
tenant Ahn, noemt hem niet; alleen vermeldt deze als ernstig geblesseerd (schot bij
de lies) de marinier van den Hoven, no. 13300.
Kapitein Smeets rapporteert evenwel, dat in de eerste benting, welke zijne compagnie
doortrok, 2 mariniers lagen, waarvan 1 gesneuveld was en dat vóór de tweede benting
het ljjk van sergeant de Goede lag